Documentatie

Home - Documentatie - Tijdschriften & Secundair

I. Publicaties over poëzie en over dichters (secundaire literatuur)

Klik hier om de lijst in te zien

II. Literaire tijdschriften

Het Poëziecentrum Nederland bezit een ruime collectie bekende, minder bekende en nagenoeg onbekende literaire tijdschriften: rond de 340 titels. Op deze site zullen steeds meer selectieve inhoudsopgaven van de aanwezige afleveringen verschijnen. 'Selectief', want conform de doelstelling van het Poëziecentrum Nederland inventariseren deze opgaven alleen:

oorspronkelijk Nederlandstalige poëzie van na 1880, met inbegrip van streektaalpoëzie en van poëzie uit Vlaanderen, de (voormalige) Nederlandse Caraïben, Suriname en Zuid-Afrika;
direct daaraan gerelateerde bijdragen, zoals interviews, recensies, of biografische artikelen;
teksten over (aspecten van) poëzie.

Raadpleeg de tijdschriften zelf voor alle andere inhoud: vertaalde poëzie inclusief vrije bewerkingen van anderstalige gedichten, proza, afbeeldingen, columns, kronieken, agenda’s, verslagen van bijeenkomsten, polemieken, tijdschriftenrevues enzovoort.

De inhoudsopgaven geven titels of eerste regels van gedichten weer, tenzij titels of toelichtingen duidelijk op andersoortige bijdragen slaan. Gedichten opgenomen in andersoortige teksten – bijvoorbeeld besprekingen – worden apart vermeld, mits deze gedichten volledig worden weergegeven.

LET OP: letters met accenten worden op deze site niet altijd door de zoekfunctie herkend. Gebruik daarom het deel van een zoekterm waarin geen accenten voorkomen. Op zoek naar dichter Lucas Hüsgen? Zoek dan op 'Lucas H' of op 'sgen'.

Correcties, omissies, suggesties? [email protected]

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Eigenzinnig

Literair kwartaalblad (1996 - 2001)

Meer informatie

Colofon nr. 12: Verantwoordelijk uitgever: François Vermeulen, Antwerpen.

AANWEZIG:

Jrg. 4, 1999: nrs. 12 (april/mei/juni) en 13 (juli/augustus/september).
Jrg. 5, 2000: nrs. 15 (januari/februari/maart), 17 (3e kwartaal 2000), 18 (december 2000).
Jrg. 6, 2001: nr. 20, oktober 2001.

INHOUD, voor zover (over) Nederlandstalige poëzie na 1880

Jrg. 4, nr. 12, april/mei/juni 1999

Annemarie Sauer [eerste regel:] De oude vrouw. (1) [Uit ‘Jardin public’.]
Pierre Schaerlaeken: Jouw landschap. (11)
Ubbo-Derk Hakholt: In een doolhof. (12)
Willie Verhegghe: 1972, redactie dagblad Vooruit. (in herinnering aan Louis-Paul Boon). (13) [Uit ‘Het hart van de tijger’.]
Liliane Melis: Lees mee. (17)
Ymelda Buckinx [eerste regel:] trouwens. (18)
Bert Bevers: I. kloostergang: je bent gebouwd om stil (20) – II. heel mijn toekomst geloofde ik (21) – III. Een zondagmiddag op een bank (22).
Ymelda Buckinx: Soms ... (23)
Arno K.: De hoer. (24)
Ronald Amelinckx: Samen. (26)
Riet De Bakker [eerste regel:] zoals de wilgen. (27)
Frieda Groffy: Demarcatielijn. (28) [Uit ‘Cyprus-gedichten’.]
Roger Nupie: Naar de vuurtoren (30), De golven (31). [Uit ‘Ivoren weemoed’.]
Etienne Vermeiren [eerste regel:] De Slaap belemmert me. (32)
Marc Bungeneers: Dream-look. (33)
Piet Labian: De geisha. (34)
Fransiska Louwagie [eerste regel:] er was een tijd dat ik je. (36)
Frans August Brocatus: Mercator (37), Columbus (38). [Uit ‘Bittere rijst’.]
Noèl (= Léon Oostindjer): Dat ongesteld verlangen. (39)
Herman J. Claeys: De sleuteldrager. (40)

Jrg. 4, nr. 13, juli/augustus/september 1999

François Vermeulen: Sprookjesverdriet. (1)
Bert Bevers: Onrust. (2) [Uit ‘Afglans’.]
Willie Verhegghe: Fysionomie. (3) [Uit ‘Peyresourde’.]
Renée van Hekken [eerste regel:] In het trage trekken. (7)
François Vermeulen: Manhattan. (12)
Annemarie Sauer [eerste regel:] Vierhoog. (13)
Pierre Schaerlaeken: Woud van steen. (14) [Uit ‘Woud van steen’.]
Guy van Hoof [eerste regel:] Ik had een lichaam om te tennissen. (15)
Elisabeth Moyson: Après deux verres de vin, ma vie est presque parfaite. (16)
Piet Labian: De reis van de orchidee. (17)
Bert Bevers: Natuurlijk sliep ik schoon. [Uit ‘Afglans’.]
Liliane Melis: De laatste trein. (20)
Frans August Brocatus: De hertog van Alva. (21) [Uit ‘Bittere rijst’.]
Rudy Sturm [eerste regel:] Waar het water stroomt. (24)
Lev Bont: Lucht van aangebrande melk. (26)
Marc Bungeneers: De gehangene. (28)
Elisabeth Moyson: Nonsensikale samenvatting van mijn leven, of: de zeven hoofdzonden van EM. (29)
Frans August Brocatus: Madame Bovary. (30) [Uit ‘Bittere rijst’.]
Riet De Bakker: Blankenberge, suite van drie haiku’s. (31)
Andy Fierens: De nieuwe wereld. (32)
François Vermeulen [eerste regel:] Vaders dood. (33)
Nele Warson [eerste regel:] twee met plastic zakken. (36) [Uit ‘Vreemd eiland van stilte’.]
David Van den Hende: Mijn horizonten. (37) [Uit ‘Ik schreef geen poëzie’.]
Fransiska Louwagie: Eindpunt. (38) [Uit ‘Onder de luifel’.]
Tamara Vercruyssen [eerste regel:] omdat ze. (39) [Uit ‘tussen witte strepen’.]
Barbara Goethals [eerste regel:] Splinters binnenin. (40) [Uit ‘Noordnoordwest’.]
Ymelda Buckinx: Bovenkamer (41), [eerste regel:] De bergbeklimmer zal ontdekken (42)
Roger Nupie: Afscheid (43) [Uit ‘Zo verander je van naam’.]
François Vermeulen [eerste regel:] Als ik God was. (44)

Jrg. 5, nr. 15, januari/februari/maart 2000

François Vermeulen: Delirium Mosselus. (1)
Willie Verhegghe: Doping – anti-hypocrisie-poëzie. (2) [Uit ‘Peyresourde’.]
Sarah Garré: Klarinet. (3)
Shanti Sritharan [eerste regel:] Door het venster. (4)
Liliane Melis: Wolf II. (5)
Piet Labian: Herfst. (6)
Wytske Nederveen: vier haiku’s. (7) [Uit ‘Verre vogels’.]
Valerie Claessens [eerste regel:] De jongen in de man. (8)
Andy Fierens [eerste regel:] wel drie keer de tanden gepoetst. (9)
Pierre Schaerlaeken: Pointe du Raz. (10)
Hilde Vlyminck [eerste regel:] Zijn handen. (12)
Rudy Sturm [eerste regel:] Ze weet alles van de maan. (13)
Frieda Groffy [eerste regel:] Nicosia, een van de laatste. (14)
Sophie Verdoodt [eerste regel:] maandagochtend. (15)
Els Clottemans [eerste regel:] Heel voorzichtig. (16)
Maarten Crappé: Carpe diem. (17)
Kristin Rogghe: Ik ver-diep. (18)
Lev Bont: De waarheid van het christendom. (19)
Gerrie Dehaag [eerste regel:] er waren bloeiende amandelbomen.
Paul De Bièvre: Receptie. (21)
François Vermeulen: Inkeer. (22)
Hans Kilian: Rimpeling. (23)
Fransiska Louwagie: Je bouge donc je suis. (24) [Uit ‘Onder de luifel’.]
François Vermeulen: Wereldreizigers. (25)
F. Tolfpoets & zonen: Gemis. (26)
Elisabeth Moyson: Autumn in august. (27)
Deen Engels: Plaveier. (28)
Reinhart Speeckaert: Naweeën. (29)
Laure Lemmens: Guzzi. (30)
Ymelda Buckinx: Een kind. (31)

Jrg. 5, nr. 17, 3e kwartaal 2000

Arno Kerkhofs: IJsberen. (1)
Roger Nupie: Het water weelderig. Ode aan Fred Deburghgraeve. (3-4)
Bert Bevers: Doelman in vlucht. (4)
Wim van Til: Winters oorsprong. (7) [Uit ‘Sleutelhouder, gedichten 1979-1999’.]
Anoniem: Hoor, de nar sist weer. (17-18) [Bespreking van de gelijknamige bundel van Guy Commerman. Met weergave van diens gedichten ‘Gehelmd’en ‘Vagevuur’.]
Anoniem: [bijdrage zonder titel.] (24-25) [Bespreking van Jan Landau, foto’s, en Guy Commerman, gedichten: Het lied van de lens. Met weergave van foto+gedicht [eerste regel:] ‘Het schip. Het o zo grote schip’.]
Paul Rigolle: Krijger. (28)
Bert Deben: De tempel der verzoeking. (29)
Ulrich Bouchard: Verhaal. (30-31) [Uit ‘Het krachtveld woord. Gedichten 1980-1985’.]
Andy Fierens [eerste regels:] soms draait er een luisterspel in de bioscoop (32), de ankers verkruimeld in acetyleen (32).
F. Tolfpoets & zonen: Afscheid (‘Ik keek over mijn schouders heen’) (33), Afscheid (‘Zoals de blonde en zwarte labrador vol schaamte.’) (33).
Tony Rombouts: In dandy in de lucht. (34)
Didi de Paris: Ensor. (35)
Hannie Rouweler: Insomnia (36), Achttien (36).
Ina Stabergh [eerste regel:] Waar de tuin en de stad elkaar hebben aangeraakt. (37) [Uit ‘Gesprekken in Praag’.]
François Vermeulen: Barrières: I. Hypochonder – II. Cosmopoliet – III. De aardling. (38-39) [Uit ‘Contouren’.]
Frauke Pauwels [eerste regels:] Zij heeft geen lichaam om in tekort te komen (40), Jij wil altijd geweest zijn: hoe je (40).

Jrg. 5, nr. 18, december 2000

Yiri T. Kohl: twee haiku’s. (1)
Annabel Alleenzaam: Zevende hemel. (2)
François Vermeulen [eerste regel:] We kwamen aan. (3)
Dani Juaezeiro: Eigengereid. (4-6)
Patrick Haverkate [eerste regels:] de hangende gestalte achter het plantloze raam (8), Ik ben door de deuren van de stad gegaan (9).
Jan den Besten: Kaleidoscoop (10), Subversie (11), Duizend stemmen (12).
Petra Else Jekel [eerste regel:] Nu zijn woont haalt hij. (13)
A. Koorde: Vincent ! (14), Jef Geeraerts (15), Mijn pa (16).
Papaver: Studente (18), Vrouw (19).
Annabel Alleenzaam: Breken met tradities (20), Wie denkt u ? (21).
François Vermeulen: De wereld is onheus. (23)
François Vermeulen: Zoon – dochter – vrouw. (28)

Jrg. 6, nr. 20, oktober 2001

[Omslag, zonder binnenwerk, met op binnenzijde achterkant onder het opschrift ‘Met dank aan de medewerkers van nr. 1 tot en met nr. 19’ een lijst van auteurs en beeldend kunstenaars die een bijdrage hebben geleverd.]

Laatst bijgewerkt: 19 augustus 2021

Eindhoven Dichtstad

Literair magazine voor de regio Eindhoven (1997 - ?)

Meer informatie

AANWEZIG:

Jrg. 1, 1997: nrs. 1 (september), 2 (oktober), 3 (november) en 4 (december).

INHOUD, voor zover (over) Nederlandstalige poëzie na 1880

Jrg. 1, nr. 1, september 1997

Willem Adriaans: Ein interview mit Job von Atten. (4-6)
Nathalie van den Eerenbeemt: Bladwijzer (7), Kankergezang (7).
Frank Maas: Straat van de rode nacht. (11)
Willem Adelaar [eerste regel:] midden in de film. (12)
Erwin Troost: De ochtend. (12)
Kyra Fooij [eerste regel:] Damesonderbroeken. (13)
GoDeVille: Elke zondag zie ik de maan (15), Staren naar de maan (15).
A.C.G. Vianen: Vormeloze gedachten. (17)
A.C.G. Vianen [eerste regel:] Hoe ze spelen, bespreken. (21)
Derrel Niemeyer: Psychoses splijten mijn hoofd (21), [eerste regel:] Apocalyps (21)
Frank Dirkx: Twijfels. (21).
Frank Maas: De leider en de werkelijkheid. (21)
Beryl Dijkslag [eerste regel:] Een lichte paniek overviel de. (21)
Willem Adelaar: Geschreven na de teleurstelling over het gestotter van een tennisser (21), Psycho (21).
Kyra Fooij [eerste regel:] Alle kussen (21), Alle lichte kleuren (22), Het is vies (22), [eerste regel:] Ik zou hem (22)
Vera van der Horst: En als mijn haar in de war zit (22), Jouw ogen zijn van elastiek (22), Een fijn gevoel (22).
Tahir Tunç Ölçer: [eerste regel:] Pardon mevrouw maar uw hoofd is uit fase (22), [eerste regel:] De klauw dringt door (22), [eerste regel:] Gekruld in een fraaie vorm (22).
Herman Wijnen [eerste regel:] Die dag kwam hij iets te vroeg thuis. (22)
Theo van der Put: Compositie. (22)
Brenda Eliëns: Ik wou dat ... (23), Stilte (23), Mensen (23).
Margriet de Nooij [eerste regel:] Alleen je foto in mijn geheugen (23), [eerste regel:] Sommige schepen (23).
Mieke Carol: Tegenvaller (23), Beste bang (23), Verloren verlangen (23).
Jan van der Pol: Daar op de Dommelbrug. (23)
GoDeville: Ik moet ook werken voor mijn tijd (23), Opengedronken brief (23).
Jack van Hoek [eerste regel:] Wij zitten met ons beiden (23), [eerste regel:] Die dag (24).
Nathalie van den Eerenbeemt: Monument voor Jimmy H. (24), Dia-avond (24).
Pierre Maréchal: (Ont-)moeting (24), Geuren (24).
Cécile K. (Kentgens): Ohhh ... (24), ’n Heel klein huisje om je heen (24).

Jrg. 1, nr. 2, oktober 1997

Pierre Maréchal: Racisme (7), Het juk (7), Onwezenlijke droom (7).
Sander Storms: Het melodieus gezang der kettingzagen. (10)
Beryl Dijkslag [eerste regel:] Royaal gaf de malariamug toe. (11)
JuJu: Kinderenleed II. (11)
Rien Rabbers: wit – rood – geel – blauw – zwart. (12)
Karina Baggermans: Negentig. (13)
Klara Smeets: Judas-kus. (13)
Nathalie van den Eerenbeemt: Stadstuin. (13)
Willem Adelaar: Gewelddaad-gewelddaad. (14)
Sander Storms: Macht. (14)
Martin S. Past: Machteloos. (15)
Joop van Deelen [eerste regel:] Gevangenissen die we van onszelf (15), mogen mag (16).
Theo van der Put: Van dichten spreken. (16)
Tahir Tunç Ölçer [eerste regel:] Rinkelt daar de telefoon. (17)
Frank Maas: Ontsnapping (19), De paden op de lanen in (21).
Jack van Hoek [eerste regel:] Hij zat in de stoel. (19)
Willem Adelaar: intermezzo. (21)
Theo van der Put: Voorbijgangers gezien vanaf een terras. (21)
Joop van Deelen [eerste regel:] het avontuur is de verlossing (21), als ik alles kan (21), [eerste regel:] het rijk van een man (21).
Nathalie van den Eerenbeemt: Ondergaan in de tijd. (21)
Rien Rabbers: stille stad. (21)
Brenda Eliëns: Voorbij. (21)
Nathalie van den Eerenbeemt: Stadstuin 2. (22)
Rien Rabbers: het boek en de schrijver. (22)
Sander Storms: Het verloren volk (22), Verdord gras (22).
Pierre Maréchal: Opgelegde rol. (22)
Theo A. Van der Put: Huwelijk (22), Ontmoeting op zee (22), Bij de dood van een VIP, RIP (22).
Klara Smeets [eerste regel:] In de spiegel (23), Judas-kus (23), ’s Avonds (23).
Cantar: Gedachte 1; Gedachte 2. (23)
Brenda Eliëns: Moe (23), Leven (23), Verdriet (23).
Karina Baggermans: Finale (23), Achterland (23), Later (23).
Kyra Fooij [eerste regel:] Ik heb dikke benen (23), winter '91 (23), [eerste regel:] Alleen, alleen (24), [eerste regel:] Schommels piepen (24), [eerste regel:] Voeten duwen (24), Daar stond in de wind een vrouw (24).
Henk de Graauw: Golf. (24)
Jacob [eerste regel:] De baantjestrekkende. (24)
Margriet de Nooij [eerste regel:] Nieuw leven groeit door. (24)
Mieke Carol: Lentelied voor m’n lief. (24)

Jrg. 1, nr. 3, november 1997 [in voetregel in het gehele tijdschrift abusievelijk 'oktober']

Willem Adelaar: Een boeiend leven. (4-6) [Interview met Berendina Eliëns Koek.]
Jacob Kuijpers [eerste regel:] Ik kende eens een meisje. (7)
Onno Peerlings: Droge brood. (11)
Peer Smits: pint. (11)
Adriana Menschaert [eerste regel:] Moet een gedicht worden ontleend (13), Weinig koren (13), Verlang (13).
Cécile Kentgens [eerste regel:] De geur van je lichaam. (14)
Joop van Deelen [eerste regel:] Daar was dus de stilte ’s ochtends. (14-15)
F.J.M. Stevens: Zee der stilte. (15)
Onno Peerlings: Luisteren naar stilte. (15)
F.J.M. Stevens: Godin Ereshigal (Mesopotamië) (18), Godin Noet (Egypte) (18), Godin Sekhmet (Egypte) (18).
Kyra Fooij: Mars. (19)
Vera van der Horst: Locus amounus (19), Het kind in mij draagt (19).
Beryl Dijkslag: Ras artiest (21), IJdel (21), Writers block (21).
Suzan van Hoek: Voor pa. (21)
Adriana Menschaert: Jetje en Janneman. (21)
Jacob Kuijpers [eerste regel:] oude mysteies + fysica etc. (21)
Vera van der Horst [eerste regel:] Als je denkt. (21)
Jack van Hoek: De gek (21), [eerste regel:] Ik val met de avond (21), Stik! Ik houd het niet droog (22).
Cécile Kentgens [eerste regel:] De bel jaagt als een speer (22), Een kunstenaar uit Eindhoven (22).
Peer Smits [eerste regel:] ’t moet. (22)
Truus Lipka-Driesen: Onheilspellend. (22)
Joop van Deelen [eerste regel:] Hoe stil is de nacht. (22)
Pierre Marèchal: Tijdgenoten. (22)
Onno Peerlings: Verloren in spijt. (23)
Klara Smeets [eerste regel:] In deze heilige leegte (23), [eerste regel:] Dronken haast drijft me (23).
Theo A. Van der Put: Nog komt het niets, dan stilte. (23)
Brenda Eliëns: Triest. (23)
Frank Maas: Ontsnapping. (23)
Willem Adelaar: Ars profetica. (24)
Piet Epos: Unne kluizenaar van zestig. (24)
Sander Storms: Er was eens. (24)

Jrg. 1, nr. 4, december 1997

Willem Adriaans: Huize Adriana. (4-6) [Interview met Adriana Menschaert.]
Brenda Eliëns: Vakantie. (11)
Mieke Carol: vluchtonderbreking. (11)
Kyra Fooij [eerste regel:] Nu zijn we. (11)
Saskia Ploeg [eerste regel:] Het feest was zojuist in. (11)
Joop van Deelen [eerste regel:] koester je vermoorde onschuld. (11)
Job van Atten: Een strelende hand doet mij ook pijn. Jan Arends (1925-1974) (12-13) [Kort overzicht van leven en werk van Jan Arends.]
Isabel Jacobs: IJdel. (14)
Klara Smeets: December. (14)
Vera van der Horst: Kastloos. (14)
Ria van Amelsvoort: dakloos doodgevroren. (14)
Cécile Kentgens [eerste regel:] ‘Droommaand’ december. (15)
Jack van Hoek: De eenzaamheid van december. (15)
Ina Sipkes de Smit: December. (16)
Cotijn Hebbs: Jimi Hendrix. (16)
Willem Adelaar: Cognito. (17)
Vera van der Horst: Kerstcadeau. (17)
Joop van Deelen [eerste regel:] Gevangenissen die we van onszelf. (18)
Sander Storms: Doodlopend. (18)
Frans Stevens: Tempel en Vrouw. (19)
Mieke Carol [eerste regel:] Zal ik eens wat over december zeggen. (19)
Onno Peerlings: Wazig. (21)
Jos van Betten [eerste regel:] Nu de blaadjes zijn gevallen. (21)
Ria van Amelsvoort: Dialoogloos. (21)
Jos van Betten: Storm. (21)
Peter Smits: Interview met mr. December. (21)
Mieke Carol: Herfst (21), In vogelvlucht (21).
Joop van Deelen [eerste regel:] het avontuur is de verlossing. (21)
Cécile Kentgens: Kerstmis. (21)
Klara Smeets: Zondag (22), [eerste regel:] Opgevouwen (22).
Vera van der Horst: Mag ik? (22)
Mieke Carol: Rites. (22)
Isabel Jacobs: De morgendauw. (22)
Jack van Hoek [eerste regel:] Ik kijk tegen mijn verleden aan, 1 t/m 4. (22)
Rien Rabbers: wit. (22)
Willem Adelaar: Hoelang nog. (22)
Kyra Fooij [eerste regel:] ‘Behoorlijk dood ben jij’. (22)
Ria van Amelsvoort: De lege stoel. (22)
Frank Maas: Sex and violence. (23)
Rien Rabbers: Afscheidsbrief. (23)
Sander Storms: Een dagje dood. (23)
Theo A. van der Put: Meisje bij een oversteekplaats. (23)
A.C.G. Vianen: Dat Gevoel. (23)
Joe King [eerste regel:] ‘Het wiel is immers al uitgevonden’. (23)
dh: Daadkrachtmeeting. (23)
Joop van Deelen: Spel. (24)
Reepke [eerste regel:] Ik ren de nacht in. (24)
Pierre Maréchal: Culturele mummies. (24)
Martin S. Past: Het gevoel van je twee benen, de onderste lange stengels van het lijf. (24)

Laatst bijgewerkt op 18 augustus 2021

En er is

Meerstemmig tijdschrift (1995 - ?)

Meer informatie

Essayhaas, De

Ttijdschrift tussen literatuur en beeldende kunst (1992-1994)

Meer informatie

Nr. 1, p. 7: ‘De klemtoon ligt op het essay over onderwerpen die in de ruimste zin van het woord betrekking hebben op het meer noordelijke cultuurgebied.’

AANWEZIG: compleet.

Nr. 1, lente 1992.
Nr. 2, herfst 1992.
Nr. 3, zomer 1993.
[Nr. 4: Koninklijke Bibliotheek: 'niet verschenen'.]
Nr. 5, 1994.

INHOUD, voor zover (over) Nederlandstalige poëzie na 1880

Nr. 1, lente 1992

J.U. Terpstra: Renata. (27) [Met toelichting: “De bejaarde subpriores van het nonnenklooster te Unterzell bij Würzburg, Maria Renata Singer von Mossau, werd in 1749 als een der laatste 'heksen' terechtgesteld.”]

Nr. 2, herfst 1992

Jan Kooistra: Waterlarve. (4)
Bert Andreae: In memoriam Jan Kooistra. (5)
Dick Willemsen: Kiek over diek. (10) [Met toelichting en vertaling van het Gronings naar het Nederlands, p. 11.]
George Reitsma: Gevoel van golvend gras. (27)
Gulle Speelman [eerste regel:] Water waarin een zilverwitte vis. (34)
J.U. Terpstra: Renata (vervolg). (37)
Johan van Delden: Een geslaagde samenwerking. (38-39) [Bespreking van Paja van Dijck en Ugo Verbeke: Poppen en poëzie. Met weergave van het gedicht ‘Levensdraden’ van Ugo Verbeke, geschreven bij de afbeelding van een geboetseerde pop van Van Dijck (39).
Han Messie: drie haiku’s. (43)
Hannie Rouweler: Die avond. (43)
Ferry Tielens: Zeemansregressie (44), De havenloze lichtekooi (44).

Nr. 3, zomer 1993

George Reitsma: Haviken boven Eldersloo. (15)
Roel Reijntjes: Dambeern. (17) [Gedicht in het Drents. ‘Dambeern’ zijn jeneverbesstruiken.]
Prof. dr. Olga Krijtová-Fuchsová: Nederland is niet (alleen) Holland. Over de gedichten van Jan Kooistra (1938-’92). (28-31)
Han Messie: twee tanka’s en twee haiku’s. (35)
George Reitsma [eerste regel:] Soldaten, geef acht. (35)
Hannie Rouweler: Landschap. (35)
Raymond ten Berge: Is het mooi geweest. (36-37) [Bespreking van de dichtbundels: Roger Christiaens: Bijna nabij / Lia Barbiers: Terugkaatsend licht / Hans Kilian: Nachtvlinders / Fernand Florizoone: Zee van naamloosheid. Met weergave van de gedichten [eerste regels:] ‘Is het mooi of geweest’ (Christiaens), ‘Een nachtkapel fladdert’ (Kilian), ‘zij draagt ze wel aan’ (Barbiers) en ‘Zee’ (Florizoone).
Rob Versteden: Groningen 1993. (38) [Gedicht bij een lino van Henriëtte Kindt.]
Margriet Knol: Het Drentse prentenboekje van L.A. Albert Roessingh. (40) [Bespreking van genoemde uitgave.]

Nr. 5, 1994, Balticum Special [Engelstalig]

Hannie Rouweler: Traveller to the word. (4) [Vertaling (door ?) vanuit het Nederlands van haar gedicht uit ‘Reiziger naar het woord’.]

Laatst bijgewerkt op 19 augustus 2021

Exist-Holland

Kwartaaltijdschrift voor universeel-religieuze verdieping (1983-2010)

Meer informatie

AANWEZIG:

Jrg. 24, 2006: nr. 2 (juni)

INHOUD, voor zover (over) Nederlandstalige poëzie na 1880

Jrg. 24, nr. 2, juni 2006 – themanummer 'Spiegelbeelden: poëzie'

Herman de Coninck: poëzie bestaat uit spiegelbeelden. (3) [Citaat uit ‘Over de troost van pessimisme’. Antwerpen 1983, p 7.]
Lukas Rotgans (1653-1710): Op Narcissus. (4)
Gerrit Komrij: bespreking van ‘Lucas Rotgans: Op Narcissus’. (5-6) [NRC-Handelsblad, 5 juni 1997, p. 32.]
Rutger Kopland: Ongezochte vervulling. (7) [Prozafragment, uit ‘Zoals het daar lag’, in ‘Jopie Huisman’, De Toorts/De Vrieseborch, 1981.]
Harry Mulisch: poëzie: de gouden tong van het zwijgen ... (8) [Uit Roodkoper 5/2002, p. 38.]
Hens Kanis: Inkeer. (9) [‘Verwaaide klanken’. De Driehoek, 's Graveland, 1946.]
Gerard Reve: Oost, West. (10)
Kees Fens: Nader tot U – Gerard Reve (11-16) [Bespreking van voorgaand gedicht, uit: Roodkoper, 1/2002, pp. 24-26, ingekort door Frans Kessels.]
Haiku’s – Lente. (17) Onder meer van Gertrude Meyling [uit ‘De kracht van riet’. Boucher, Amsterdam, 1996, p. 8] en J.C. van Schagen [uit Simon Buschman (sam.), Haiku. Een vroege pluk. Kairos, Soest, 1981, p. 43].
J.W.F. Werumeus Buning: Arabeske. (18)
Gerrit Komrij: bespreking van J.W.F. Werumeus Buning: Arabeske. (19) [NRC-Handelsblad, 12 mei 2001, p. 30.]
Theo van Doesburg: Poëzie: een zoektocht naar woordbeeldingen. (20) [Citaat uit I.K. Bonset, Nieuwe woordbeeldingen. De gedichten van Theo van Doesburg. Amsterdam, 1975.]
Han G. Hoekstra: De ceder. (21) [Verzamelde gedichten. Querido, Amsterdam 1972.]
C.O. Jellema: In de koude voorjaarsnacht. (22)
T. van Deel: Dragende beelden – C.O. Jellema (23-28) [Trouw, 19 april 2003, p. 41, ingekort Frans Kessels.]
Haiku’s – Zomer. (29) Onder meer van Gertrude Meyling [uit ‘De kracht van riet’. Boucher, Amsterdam, 1996, p. 10] en J.C. van Schagen [uit J.C. van Schagen: Ik ga maar en ben. Van Oorschot, Amsterdam 1981, p. 217 ].
Hagar Peeters: Droombeeld. (30) [Koffers zeelucht. De Bezige Bij, Amsterdam, 2003.]
Hagar Peeters: toelichting bij voorgaand gedicht. [Trouw, 29 januari 2004, p. 15, samenvatting door Frans Kessels.]
M. Vasalis: Rebus in de bus. (33) [De oude kustlijn. Van Oorschot, Amsterdam 2002, p. 24.]
Haiku’s – Herfst. (45) Onder meer van Gertrude Meyling [uit ‘De kracht van riet’. Boucher, Amsterdam, 1996, p. 38.]
Hester Knibbe: Goede Vrijdag. (46) [Uit 'Verstoorde grond'. De Prom, Baarn, 2002.]
Hester Knibbe: Goede Vrijdag - toelichting. (47) [Trouw, 6 mei 2002, p. 14, samenvatting Frans Kessels.]
Hans Andreus: Ik kan nu alleen. (49) [Verzamelde gedichten. Bert Bakker, Amsterdam, 1985, p. 636.]
J. Bernlef: De bol. (50)
Henk van der Ent: Het bezweren van de dood – J. Bernlef. (52-56) [Roodkoper, 7/2001, pp. 36-39, ingekort door Frans Kessels.]
Hailu’s – Winter. (57) Onder meer van Gertrude Meyling [uit ‘De kracht van riet’. Boucher, Amsterdam, 1996, p. 21], en van Wim Coopman [uit Simon Buschman (sam.), Haiku. Een vroege pluk. Kairos, Soest, 1981, p. 57.]
Eva Gerlach: Solve et coagula. (58) [Een bed van mensenvlees. De Arbeiderspers, Amsterdam 2003.]
Eva Gerlach: toelichting op ‘Solve et coagula. (59) [Trouw, 29 januari 2004, p. 15, samengevat door Frans Kessels.]

Laatst bijgewerkt op 23 augustus 2021

Extaze

Literair tijdschrift (2010-2019)

Meer informatie

Activiteiten

Nieuws