
Activiteiten
- : Agenda
- : Alle activiteiten
- : Ontmoet de Dichter
- : Lunchpauze Poëzie
- : Poëziewandeling
- : Open Podium
- : Poëzie Projecten
Documentatie
- : Nieuwe bundels
- : Dichters
- : Beluisteren
- : Digitale bundels
- : Tijdschriften & Secundair
- : Bloemlezingen
- : Curiosa
- : Geboorte- en sterfdagen
Nieuws
Contact







I. Publicaties over poëzie en over dichters (secundaire literatuur)
II. Literaire tijdschriften
Het Poëziecentrum Nederland bezit een ruime collectie bekende, minder bekende en nagenoeg onbekende literaire tijdschriften: meer dan 300 titels. Op deze site zullen steeds meer selectieve inhoudsopgaven van de aanwezige afleveringen verschijnen. 'Selectief', want conform de doelstelling van het Poëziecentrum Nederland vermelden deze opgaven alleen:
- oorspronkelijk Nederlandstalige poëzie van na 1880, met inbegrip van streektaalpoëzie en van poëzie uit Vlaanderen, de Caraïbische eilanden, Suriname en Zuid-Afrika;
- direct daaraan gerelateerde bijdragen, zoals interviews, recensies, of biografische artikelen;
- teksten over (aspecten van) poëzie.
Raadpleeg de tijdschriften zelf voor alle andere inhoud: vertaalde poëzie inclusief vrije bewerkingen van anderstalige gedichten, proza, afbeeldingen, columns, kronieken, agenda’s, verslagen van bijeenkomsten, polemieken, tijdschriftenrevues enzovoort.
LET OP: letters met accenten worden op deze site niet altijd door de zoekfunctie herkend. Gebruik daarom het deel van een zoekterm waarin geen accenten voorkomen. Op zoek naar dichter Lucas Hüsgen? Zoek dan op 'Lucas H' of op 'sgen'.
Correcties, omissies, suggesties? [email protected]


naar morgen [1]
(1969-1991)
Selectieve inhoudsopgave, deel 1
Nrs. 1 tot en met 48
1969-1984
Meer informatie Minder informatie
Meer informatie
Colofon nummer 8: 'naar morgen is een periodieke verzamelbundel en heeft een meervoudig doel. het wil de vaak nog onbekende dichter, die in de toekomst via opwenteling wellicht een persoonlijke bundel gaat publiceren, gelegenheid bieden om zich in verscheidenheid met andere kreatieve tijdgenoten aan de hand van enkele van zijn gedichten voor te stellen aan het geïnteresseerde publiek. naar morgen is tevens de publikatiemogelijkheid voor de dichter, waarvan een persoonlijke bundel om welke reden dan ook niet mogelijk is. Daarnaast probeert naar morgen een indikatie te geven van ontwikkelingen in de hedendaagse, nederlandstalige poëzie, waarbij het principe geldt dat de lezer recht heeft op alle geschreven en gesproken poëzie van literair gehalte.'
AANWEZIG
- 1969: nr. 1 (december).
- 1970: nrs. 2 (april) en 3.
- 1971: nrs. 4, 5 en 6.
- 1972: nrs. 7 en 8
- 1973: nrs. 9, 10, 11 en 12.
- 1974: nrs. 13, 14, 15 en 16.
- 1975: nrs. 17, 18, 19 en 20.
- 1976: nrs. 21, 22, 23 en 24.
- 1977: nrs. 25, 26, 27 en 28.
- 1978: nrs. 29, 30, 31 en 32.
- 1979: nrs. 33, 34 (juni), 35 (december) en 36 (december).
- 1980: nrs. 37, 38, 39 en 40.
- 1981: nrs. 41, 42/43 en 44.
- 1982: nrs. 45 en 46.
- 1983: nrs. 47 en 48.
- 1984: nrs. 49, 50, 51 en 52.
- 1985: nrs. 53, 54 en 55 (1986 - uitgavereeks 1985).
- 1986: nrs. 56, 57 en 58.
SELECTIEVE INHOUDSOPGAVE
Hoofdletters/kleine letters in gedichten zoals in tijdschrift.
Nr. 1 – december 1969
- Alex Blok: in de bocht (5), ommezien (6).
- Alphons B. ter Brake: psycho-analyse (7), constellatie (8).
- Hans Grolleman: jeugdkanker laatste stadium (9-10), waar en wanneer (11-12), karnaval (13).
- Catharina de Haas: wijk aan zee (14), voor mijn moeder (15), goya (16), tijdloos voedsel (17).
- Paul Hautmans: lincolniaanse illusie (18-21), einde (22).
- Dorette van Kalmthout: ik weet niet god (23), ik kan je zwijgen (24).
- Walter Lotens: metaal ontmoet metaal (25), maart (26), november (27).
- Anne Machiel: liten flicka ... (28), een kleine melodie van overal (29).
- Schuddeboom: dagen (30-31), enige toekomst (32), vertrek (33-34).
- J.A. van Tilburg: strandbeeld 1 en 2 (35-36), kartografie (37), nachtpatrouille (38), oorlogsinvalide, gitaar spelend (39).
- Bert Verm: in de straat van elk vergeten (40), op een dag, op straat ... (41), het gezamenlijk bed (42), een verblinde reiziger (43).
- Ton Veugen: vrijheid (44), vanuit een spastische beweging (45), één dag poëzie (46).
- Hans van Weely: ter verontschuldiging. (47), poetry-emotion (1965) (48), stad (49), een ontzaglijke klap, zo tussen de wielen (50), zo kan iedereen wel zeggen (51).
Nr. 2 – april 1970 [geen paginanummers]
- Henriëtte Broer: 1969 – morgen.
- Egbert van Gessel: de nacht – tot voorbij.
- Riet van Gent [eerste regels:] al zijn dromen – geloven in god is – grijpend naar mijn woorden – elke dag – om ons heen – stilte heeft omarmd.
- Richard de Gier [eerste regel:] als ik maar spelen kon zou – toen ik je begon te zien ... – liefde – [eerste regel:] speelziek ben jij.
- P.A. Happel [eerste regel:] je zei dat je – [eerste regel:] de warmte – morgenvroeg, morgenlief – [eerste regel:] nu zie ik – [eerste regel:] de man – pasen.
- Kees van Kalmthout: eligie – kathedraal – vlinder in de wind – brief – ouderdom – met dank.
- Elly Marijs [eerste regel:] kerstfeest – brieven aan de dood – ik leef.
- Bert Simons: naar de verten – intieme guerilla – dit kan altijd gebeuren – verzwegen woorden lamentatie – kinderspelen.
Nr. 3 – 1970 [geen paginanummers]
- H.P.J. van Blerk: onder vrienden (een bandopname) – goodwill martin luther king – laboratorium – zwarte kunst – moeder weelde: een strategie der schone kunsten.
- Frank Esper: spraakwater, porum et decorum: verslag van een opnameperiode in een verbatorium.
- Henriëtte M.C. Put: van water en van kleine diertjes, 1 t/m 7.
- C. Sanders: stom – lied – projektie – afscheid bij ijmuiden – [eerste regel:] koud is het – scheiding – ander afscheid.
- Cor Visser [eerste regels:] elke stap – ben ik dan weerloos – gedreven door.
- Janny J. van Vuren: wat ik droomde – our blue way of life – flat – slaapliedje – [eerste regel:] toen de twee hypergevoelige – [eerste regel:] ik nam hem bij het handvat – g.g.f. i.h.z.v.h.l. – amsterdam, 30 april 1969.
Nr. 4 – 1971 [geen paginanummers]
- Wijntje van der Ende: morgen – [eerste regel:] vergeet het maar.
- Era Lobet: kortsluiting – terugblik – nachtelijke monoloog – nacht – utopia.
- Anne Machiel: morgana – bernadette – i am off ... anne ... – return to the white lady of tiradna, 1 en 2 – the haunting visitor of my mind – vittoria – farewell to renata.
- Marcel Messing: monnik – antennes – [eerste regel:] er bestaat.
- H. Morres: vader – spoorwachter – morgenstemming.
- Bobby Last: joachim – [eerste regel:] een: eigenlijk ben ik papa.
- Martin van Leeuwen: juli-blues voor else of impressies van een kampweek, 1 t/m 15.
- Trudi Pot: ontmoeting – binnenklimaat – vak-idioot – [eerste regel:] in zoveel werelden – [eerste regel:] de zonen die wij laten.
- Ad van Rijsewijk: operatie 64 – [eerste regel:] bijvoorbeeld ’s avonds – [eerste regel:] moreel.
- Jos Senders: weverij – [eerste regel:] de aloude regen valt – zaterdagavond in de stad.
- Baptista Verhagen [eerste regels:] horizon – als ik ooit ’n boek.
Nr. 5 – 1971 [geen paginanummers]
- Carla Klop [eerste regel:] hoe vaak nog, 1 t/m 10 – genesis genezen – daarom, I en II.
- Hans F. Marijnissen: via estebandalmar – nat cement – het verzamelen van schelpen en kralen – anders – tuiskomst.
- Ad van Rijsewijk: taal – foolish – bye – status – novem – aan larissa daniel.
- Andries Rosema [eerste regel:] engagement – zomer 66, limburg am lahn – loin du vietnam – [eerste regel:] gister was de oorlog – [eerste regel:] veel is vandaag becijferbaar.
- Wil Stuart [eerste regels:] algemene ontreddering – langzaam ben ik genezen – nochtans kan het gemis – zalig zij.
- Nico van der Toorn: troosteloze taaltovenaar– [eerste regel:] de eerste ademhaling – vader – wachtend op de taal.
- Hans Waegemakers: imago – brabant.
Nr. 6 – 1971
- Guy van Hoof [eerste regels:] de wilgen sneeuwen (5), ik geloof niet in de droom van muskusossen (5), misschien ontspoort dit keer de trein (6), tuinen (6).
- Ton Jansen: voor de godin elena (7), het stille moment (8), ter herinnering (8), op welke afstand (9).
- Peter Janssen: 1969 (10), flash back flash forward (11), op zoek naar frazen zonder verleden? (12), [eerste regel:] de krachten in mij opgehoopt vibreren ingetoomd (13), [eerste regel:] ik droomde zojuist een vogeltje (13), december 71. ex aksie posisie; een retrospektrum (14).
- Bert Kooijman: vijf gedichten voor de bevrijding: 1. ook gefluister in het oor (15) – 2. lieve stap in de hemel (15) – 3. en of het jaar sterft? (16) – 4. tot aarde gemaakt (16) – 5. de echo vernietigt mijn stem (17); driemaal, I t/m III (18).
- Jan Kruithof: fantoom (19), goed recht (19), dag relaas (20), zeker van ... (21), 29 mei (22), per lijnrails (23).
- George Lagerberg [eerste regels:] alsof de hemel open ging (24), voor het eerst dit jaar (25).
- H.W.M. Pierik [eerste regel:] ze schuiven hun gedachten als een (26), [eerste regel:] bovenaan de liftdeur (26), [eerste regel:] op het blauwstenen stoepje (27), en ik draai (27).
- Gert. J. van Putten: down a highway (28), masker (29), dagimpulsen (30-32).
- Adri Rotte: eiland in zee (1953) (33), balans (34), [eerste regel:] ik wil leven (34), ezau (35), stad (36).
Nr. 7 – 1972
- Henriette Broer [eerste regels:] gloeidovend vuur (5), de klok van de wereld (6), blauwe ruiter (7).
- Henk van den Heuvel: radertjes (8-9), de terugkeer (10-12), alleen (13).
- Rouke van der Hoek: (voor jou) (14), deze planeet vervaagt (15), [eerste regel:] mijn woorden in een paar gedachten (15-16), [eerste regel:] er zal heus wel een reden zijn (17), [eerste regel:] al die keren dat je niets meende te zien (18), [eerste regel:] geen ster ontsnapt het kunstlicht van zijn moederschoot (19).
- Wim Mols: een zwarte spaniel (20), paradise lost (21), rijk van de nacht (22).
- Dries Munnik: gedachtenbloed, 1 t/m 5 (23), rode paarden (24), aan g.m. (25).
- Kees Noest [eerste regel:] vanaf nu (26), achteloosheid (26), de troebele lijn (27), onnozele lol (28), vluchtpoging (29), de stad (30), voor wenzel / h.s. (31).
- Bep Nof: charleroi 1943 (32), [eerste regel:] mijn haven (33), [eerste regel:] ik moet (33).
- Hans Waegemakers [eerste regels:] ik hoor kinderen in de mist (34), ik wil zo (35).
Nr. 8 – 1972
- Annie Blokker: memoriam. Voor frans babylon (3).
- Stella Graafmans: voor hem, die mij zijn zuster noemt (4-5).
- Silva Ley: jeugd (6), om een woord (7), vakantiekiek (8), opstaan (9), [eerste regel:] sinds ik je ken (10).
- Joop Oversteegen [eerste regel:] in ruimte (11), nu (12), de eindeloze weg (13-14), erkenning (15), herfst (16), meer dan even een mens (17).
- Joan Th. Stakenburg: souvenir de giorgione (18), denkend aan oude vrienden (19-20), [eerste regel:] het verreland (21), [eerste regel:] O hart de wilde valk gelijk (22), op een zen-zwerver (23).
- Maria van der Steen: oud en nieuw (24), en Jezus sprak (25), middenmaart (26), ‘als ’t kindje binnenkomt’ (27), voor an (28).
- Willy Thijssen [eerste regel:] Warrelsneeuw (29), [eerste regel:] De klok tikt (30), april (31).
- Baptista Verhagen [eerste regel:] Een groep jongeren (32), [eerste regel:] Zweet loopt langs (33), [eerste regel:] De zon speelde met (34), vlucht (35).
Nr. 9 – 1973 [geen paginanummers]
- Rob Bartels: op een najaarrustdag met zijn naakte mist – zelfbelazerring – hardwerkend – vooruitzichten – toekomst.
- Martin Boot: nil – humanum.
- Adri Gloudemans: muren – illusie – rite – erotiek – bloei – zomerogen.
- Sonja van Mechelen [eerste regels:] maak je geen – ik bemijmer je – schoonheden – niets is gelijk – stille stoel – straaljagers.
- Karina Oostveen [eerste regels:] gebroken – als je zegt.
- Frans Pointl [eerste regel:] onvoorstelbaar – dichten (I) – dichten (II).
- Adriaan J. Rotte: morgen – strand (avond) – gedachten.
- Betty van Setten: de dood van de liefde [gedicht telt vier pagina’s, qua lay-out niet meteen duidelijk] – ik ken de mensen niet – huis.
- Joop Verhaaren: folksong – week nr 23 (stagnatie in het denken) – heilig huisje in de winter – legende.
Nr. 10 – 1973 [geen paginanummers]
- Frans Babylon [eerste regel:] draaiorgels – flip van der burgt – metamorfose – [eerste regel:] van onder – [eerste regel:] het uitgedoofd – republikeins.
- Johan van der Bol: visum repertum – de rose vogel daglicht – de toneelspelers – dromen.
- Henk Huisman: zelfontbinding – bericht uit zee – avond – anoniem.
- Cor Knecht [eerste regels:] ik heb mij gestoten – ik heb naar je – zwaluw.
- Romain John van de Maele: ze vliegen vroeg – een liedje – vaarwel – avond – gistermorgen – voorjaar.
- Sonja van Mechelen [eerste regels:] In het donker – Op een keer – Mijn / liefste.
- Trudi Pot: cristoleum.
- Bop Prins: voor wat opklimt – omvademen – eenzaam.
- Gerard van Reekum: Poging tot verlies van zelfbeheersing – Wanhoop – Uitzicht.
- Nadja Vanderbent [eerste regels:] toen ik zei ‘ja’ tegen de ambtenaar – Jij adam – oerverdriet geen verdriet.
- Joop Verhaaren: Summertime-blues – Soms.
Nr. 11 – 1973 [geen paginanummers]
- Guido Buys [eerste regels:] spreek: – zoals jij geregeld – er bestaan nauwelijks woorden voor – het is niet anders – weet dan.
- Hores: afscheid – bank – van tussen de barbaren.
- Dorette van Kalmthout: hoe de verwachting voor morgen luidt – [eerste regel:] uit weerwil – [eerste regel:] wereld van gevoelens – open je ogen naar.
- Joop van Maanen: brief aan m. – dejà vu – ontwaken – huis – droom – mijn vader.
- François Monod [eerste regels:] Eenzaamheid – Soms zie ik de dingen – Tranendruppels vallen – In de dagen van stof.
- Perpeille [= Peter Kooi] [eerste regels:] het lijkt wel of de muziek – ben ik een dubbele bodem – meeuwen lossen in.
- Ted van Turnhout: haar lichaam – samenkomst – net te laat – de laatste golven.
- Atie Ultée: naadloze herdenking: 1. in mij – 2. [eerste regel:] vergeten bijna vergeten –3. rood plein in Maastricht – 4. ardennen.
- Lyske Vos [eerste regels:] toch is groen onvergetelijk – door het gat in de dag – in het bos liep je eens – in mijn tuin van.
Nr. 12 – 1973 [geen paginanummers]
- Jan Biezen: “jij vreemde vrouw”, 1 t/m 7 – “verder zwijgen”.
- Cokky van Dongen: (woorden die soms wazig zijn en wankel). [zes korte gedichten]
- George Lagerberg [eerste regels:] een gedachte speelt – Betere tijden, van Remco Campert geleerd: – kilometers.
- Dries Munnik [eerste regel:] Mijn akker – visioen – [eerste regel:] Dood – haar kale zijn – [eerste regel:] de winter – [eerste regel:] Vooruitgezien.
- Lucette M. Oostenbroek: statement (eerste regel: mijn bruidegom) – statement (eerste regel: langs de hekken) – stad en lente – lichtstraal – bloemen – levensmoe, I en II.
- Bop Prins: voor M. – [eerste regel:] voor ik het vergeet – hoe lief ik heb – [eerste regel:] de laatste dagen – inspiratie.
- Jacoba Schouten: dingen – blauwzuur – verwachting – kompost – nieuwsgierig.
- Miel Vanstreels [eerste regels:] het moet wel schromelijk – wanneer men de kinderen – dan hou je plots niet meer – ’t is goed om snachts.
- Hans Waegemakers: huilen – kroppen – klotsen – tikken.
Nr. 13 – 1974 [geen paginanummers]
- Karina Alberts [eerste regel:] in een nacht – [eerste regel:] woorden – [eerste regel:] groot – als het kind – zonder jou.
- Vere Bouts [eerste regels:] voortdurend valt de regen – de zon boven de palenrij – mijn vader voer – tussen het grauw bazalt – in het avondlicht – in de lentenacht – aan vreemde kust – een hooglopende wolk – toen de bomen groen geweest waren.
- Egbert van Gessel [eerste regels:] als mensen geen woord – gisteren – ik zit hier zomaar – als ik woorden zou moeten zoeken.
- Frie Groffy [eerste regels:] De nacht is mijn hart – Hoe raak ik nog ooit weer.
- Willem Hoffman: De donkere Gevel – Het uiterlijk schoon – Noordzee. In memoriam Frans Babylon – Portret – Ontmoeting met de dood.
- Cobie Korff [eerste regel:] ik hou van de juichende wind – overname – [eerste regel:] wegkruipend achter het masker – [eerste regel:] nu je terug bent.
- Martin van Leeuwen [eerste regels:] je leest – de eenzaamheid – vreemd dat ik vannacht.
- L. Maher [eerste regels:] bach – steengrote holten kijken – zwartrokende pijpen kringelen – kindergekakel – eeuwenlang zag mijn vlek haar niet.
- Rob Molin: Keerzijde – Middag – Metamorfose – Verleden en toekomst.
- Paul Völkers [eerste regel:] over de weg – [eerste regel:] buiten – Dag en dagen – Toen jij veranderde – Ontsnapt.
- Hans van de Wetering [eerste regels:] de geur van bont- – tussen hemel en aarde – de wereld zal door.
Nr. 14 – 1974 [geen paginanummers]
- Maranka Bijl [eerste regel:] de kinderen – [eerste regel:] gevoelens – [eerste regel:] dwaze hoop troost ons – verandering.
- Martin Boot: Evangelisch of 7x raden en recepten voor kollegas, 1 t/m 5 + 2 cijferloze strofen – [eerste regel:] – madonnawebben – wandelen bijbels voor voor ichtyofagen – media vita.
- Veronica Laterveer: het vallen van de avond – [eerste regel:] Ik heb mijn handen vol sterren – [eerste regel:] je hebt me opengereten – [eerste regel:] Er is stilte in mij – [eerste regel:] Dit lichaam is moeder – ons kind.
- Hans Marijnissen: praat met me – om te bewaren – kijkt me aan 2 – mama avonds om mij heen – koffiedrinken bij Andrea – geluidsbarrière – haven.
- Lucette M. Oostenbroek: zomerhemel – herfstmiddag – storm – wintermorgen – ochtend – winters – sneeuw I – sneeuw II – sneeuw III.
- Wilhelmus Seesink [eerste regel:] Een vrouw, die van haar hurken – Voor C.B.-S – In de wei – [eerste regel:] het lieveheersbeestje ging de tranen tegemoet – [eerste regel:] Rijstkorrels zijn zeer gezien – Cocktailtrio.
- Nico van der Toorn: UUR I – UUR III – UUR IV – UUR IX – UUR XI – UUR XII.
Nr. 15 – 1974 [geen paginanummers]
- Lou le Bon: spiegeling – droom – kwetsbaar – waar – ontgoocheling – verslagen.
- Alphons B. ter Brake: Rijm-je – [eerste regel:] Wat heeft ons bewogen.
- John Heymans: De stilte – Sprekend gevoel – De naissance .
- Frans Kuipers: ik dronk vin rouge – Fatum – ’s Winters – gedicht (eerste regel: Zoals de dagen gaan, de maanden, jaren) – Overal waar ik kom – Ook.
- Greet Niederländer-Rosema: Herinnering – Identiteitsverlies – Vrijdagavond – Intermezzo – Tijdloos zijn.
- Albert J. Schneider: elegie op de anti-ik – apeiron.
- Piet Schulting: opstand in bangkok – [eerste twee regels:] je / lichaam.
- Arjen Wilhelmy: Verkeersongeval – Diepvriesvrienden – Carrière – Feestje onder elkaar.
- Leon Zoeteman: De kaartjesknipper van lijn 33 – Korte nacht – Een gedicht vol (wereldwijsheid) – Het blinkende gezin.
Nr. 16 – 1974 [geen paginanummers]
- Alie Groenhuizen: van het terras afgezien – hongerkind – tevergeefs – dit huis – gastarbeider.
- Twannie Hilhorst: ik ben stil – [eerste regel:] ik ben opgelost.
- Frans Kuipers: Het is erg Goed – Tilt – Stof – als de krant komt – Tijd – hero – onwillekeurig – 5 verzen voor assurancetourix.
- Luc Leestemaker [eerste regel:] het lied – [eerste regel:] vanmorgen even (ja) – (voor iemand die zichzelf IK noemt) – Nooit zal hij weten of hij meedeed voor spek en bonen (of niet) (spek voor het brood, bonen voor het spel) – [eerste regel:] overal is lente, als je wilt kun je ruiken aan bloemen en – [eerste regel:] gisteravond – [eerste regel:] Bloed dringt langzaam door, tot in mijn ogen en verheldert.
- Leo van der Linden: de avond valt laat op de dag, 1 t/m 7.
- Joost Niemöller: Vogelgedichten (1), (2) en (3). [Negen korte gedichten]
Nr. 17 – 1975 [geen paginanummers]
- Ron ter Borg: kwatrijnen. [Tien kwatrijnen].
- Henriette Broer: (een reisgezel maakt mijn gedicht).
- Carlos Callaert: Moeder 1 – Moeder 2 – Moeder 3 – Moeder 4.
- Anki Doorschodt: “Onherroepelijk ((leven))” – Eén, alleen – “Bruxelles” – [eerste regel:] “sterven in een zomernacht” – “Soms”.
- Anita Engelen: in memoriam – verf – nieuw begin – symfonie.
- Simon Es: cave canem – stil feest – heel alleen – uitkijk – ochtendgloren – ontwaakt.
- Rien van den Heuvel: In den buiten – Bustochtje – De nieuwe wouden – Ter nagedachtenis – Kwestie van tijd – De dood is een dag in het wit – Poolshoogte – Middag – Het einde.
- Roel Richelieu van Londersele: 13 gedichten om de schare tot mezelf te beperken, 1 t/m 13.
- Rob Molin: Interieur – Het Hof van Eeden.
- Rennie van Windt: kind redt wesp – tweeling – [eerste regel:] in de smeulende wereld.
Nr. 18 – 1975 [geen paginanummers]
- Rob Bartels: De ander – Leven – Honger vertaald – Consumptie – De verbijstering – Reiziger – Liefde – Onder leven – Twee kanten – Masturbatie.
- Cees van Dongen: Eén draad steunt het netwerk – [eerste regel:] Mijn kussen is gegroeid – [eerste regel:] Bloemen zijn de zonnestralen – [eerste regel:] Ik opende een hek – [eerste regel:] Intro: Stilte – twee wegen – Straks – [eerste regel:] We zogen de dagen van groen keramiek – Het dorp – [eerste regel:] Ik til de grauwe.
- Frans Aernout Gijzel [eerste regels:] God – in je blinde ogen speelt een kind – jij stille die.
- Bert Kooijman: De wetten van de vrije val, 1 t/m 6.
- Loes Nobel: zwart – bejaarden – afvallige – een mens vinden.
- Sinia Overveen: de vrede is een mug – muizenis – en ik – groei.
- Ted van Turnhout: Goddelijk retourtje – Niet thuis – Een blinde deur – Omweg.
- Lyske Vos: Varens – de 22ste dag van de 22ste herfst – [eerste regel:] in het gras liep grada – [eerste regel:] maar als je voorzichtig natte onzekere – [eerste regel:] als de vlokken – [eerste regel:] rood daalt de zon.
- Victor van Wijk [eerste regel:] op het kruispunt – ontreddering – niet mooi maar waar – [eerste regel:] om de ander niet te belasten.
Nr. 19 – 1975 [geen paginanummers]
- Niels Beck: Ik wacht – Enig – De wereld is mooi – Moe.
- Suzan Coumou-Huisman [eerste regels:] vliegen is – nu alles anders wordt – om werkelijk te leven – de sneeuwklok – vlinders verstaan – mijn God, waar – soms was bidden alleen – [gedichttitel:] Gebed – [eerste regel:] vandaag.
- Reg van Doornum: Reeds de poging is schoon – Allen zoeken bloemen (over godsdiensten, ethica, etc.) – De Moeder (voor Elly en de Moeder) – De sarong.
- Ton Geelen: ter kompenzasie – still going strong – grotestadsgedicht – zover – wisselnotering – uit de natte kontreien.
- Johanna Kruit [eerste regel:] Ik wil alleen zijn met de zee – [eerste regel:] Jij leek echter dan – Een plus een – Moeder.
- Ted van Lieshout: geografisch gedicht – credo – juxafluïdium – fata a dato – bakken naast de oven – moeder israël.
- Christine Spierings: Bekentenis aan een kind – Alternatief – Kennismaking – Wedergeboorte.
- Ton Veugen: ruimteschip – maanstad – zwammen – harnas.
- Evert van Weely: Oud – Wanorde bij volle maan – [eerste regel:] Een oud verhaal – [eerste regel:] De oud geworden zomer – [eerste regel:] De frisgewassen handen – Het ziekenhuis – Herfstwandeling – Winter (II) – Klein ideaal.
- Arjen Wilhemy: Jonge vrouw bij kaarslicht – Gesprek – buiten aan de Vecht – Vrijmetselaarsarbeid.
Nr. 20 – 1975 [geen paginanummers]
- Lia Barbiers [eerste regels:] onder de film schrijf – het kan haast niet anders – vast en zeker een – ik had al vaker deze weg – [gedichttitel:] herinnering – [eerste regels:] op een zomeravond zong – zeker een vijfde deel – wie ik verwacht had.
- Jan Biezen: Nadat wij eerst verloren waren.
- Richard de Gier: Winter – Nee, morgen niet – Oefeningen op ooghoogte, 1 t/m 4.
- Erica Goudsmit [eerste regels:] onder het eerste licht van de maan – de zee is mijn lichaam – nerveus, gespannen – in de nacht verberg ik mijn hoofd.
- Luc Leestemaker: voor de onbekende soldaat op wacht staand in zijn zelfmoorddromen – zoetjes aan – [eerste regel:] de bejaarde kroonprinses – [eerste regel:] ik heb.
- Pieter Luykx [eerste regels:] Alleen een wereld – Zij maakt de spiegel – Zo natuurlijk leef jij – Ik voel de nacht – Denken aan, stil denken aan – Dit is een eerlijk ogenblik – Ik heb op het strand gelegen – Bovenal schrijf ik – Kleine borsten maken grote wonderen – Nu lees ik namen.
- Tom Ordelman: de voorspoed van de ondeugd. opgedragen aan d.a.f. de sade – ijdele hoop. aan een mens – gapende gaten.
- Reineke Pol [eerste regels:] terugkijkend tot – Vandaag nog – Het liefst zou ik – Mijn innerlijk is – ik zoek de deur.
- Gert J. van Putten: sunday road – [eerste regel:] de smaak van tranen – [eerste regel:] de eeuwige tijd – [eerste regel:] de eenzame steden.
- Wim Roodzant: Kwart voor drie – Voor in de morgen – Dakraampjesblues.
Nr. 21 – 1976 [geen paginanummers]
- Marijke Ambrosius [eerste regels:] Totaal onbewogen – De hand reikte tot ver – Zeg tegen de rivier.
- Niels Beck: vreemdeling – Afscheid.
- Henk te Biesebeek: zonnekinderen (ballade van een nietbegrepen dichter) – Theo – [eerste regel:] met onze maffe koppen – [eerste regel:] als ik het bereikt heb, zal ik aan je denken.
- Oud Bruin: Ik weet mij een wereld – De onverschilligheid gaat in zwijgen gehuld – Waarom ik dicht – Verkeersplein.
- Ali Groenhuizen: Laster – Denken aan – Autobus.
- Mieke Hilhorst [eerste regels:] elke stap – regendruppels als een diamant.
- Ineke Jongen [eerste regel:] Je hebt mijn bloemen geplukt – Beschuldigde ... – [eerste regel:] je hamert.
- Geerd de Lange: anoniem – de minnaar – Romeins – praten – eenheid.
- Peer van Meer: vier korte gedichten uit ‘Klein leesboek over de Dood’ – Vier avondgedichten.
- Rob Molin: rond een vertrekkende boot, 1 t/m 7.
- Jits Postema: Gevangen – Verwondering – Horizon – Eeuwig.
- Theo Smit: parlementariër – liefde.
Nr. 22 – 1976 [geen paginanummers]
- Mari van Alebeek: liefde 1 – liefde 2 – liefde 3.
- Eduard: Grootmoeder – Vrienden – Een avontuur
- Joop Fennis: Orgasme – [eerste regel:] De dauwdruppel – Mijn dode vader – [eerste regel:] Wat de toekomst brengen zal – [eerste regel:] Ik was in de hemel.
- Peter der Kinderen: moment – kermis in het dorp.
- Veronica F. Laterveer: Geluk, I en II – Het kampongweggetje – [eerste regel:] En altijd zullen jullie zien.
- Myra Liliane: kultus van kode – hunkering.
- Herbert Mouwen: augustus – steenstad – de schilder-dichter.
- Mario Voskuil: Pleidooi voor Werkelijk Leven.
- Joost Wasser: De dood van de nacht – er is een gat in de lucht .
- Rennie van Windt: Aici odihneste – [eerste regel:] altijd opnieuw – [eerste regel:] het gras van mijn jeugd – [eerste regel:] dat zuster spin – [eerste regel:] het regent.
- Daan Wink [eerste regel:] Ontspoorde treinen – [eerste regel:] De lege danspaleizen – vrouw, peinzend.
Nr. 23 – 1976 [geen paginanummers]
- Bas Almekinders: Herfst.
- Patricia Beysens: Van handen spreek ik, 12.
- Jan Biezen: Jij mijn bekende vreemdelinge – Rond het verzonken moeras.
- Anki Doorschodt: gevangen – verdoving – je ogen zwarte bloemen.
- Teuny Ebens: Conflict – Woorden, I.
- Simon Es: Mijn gedicht.
- Frans L. Hummelman: Klein heelal, I, II, III en VI [bedoeld: IV?].
- Everard van Kemenade: Maatje vijfentwintig weliswaar.
- Rineke Kroon [eerste regels:] grenzen kan ik – eenden waken.
- Willem Kuiter: in het oude klooster – op het station.
- Luc Leestemaker: dagen – nachten in aalst – [eerste regel:] in het bejaardentehuis – over de droom en de straat.
- Francois Monod [eerste regels:] Kijkend naar de zon – Wie God gezien heeft – Als de dichter zwijgt.
- Herbert Mouwen [eerste regel:] je ogen zijn.
- Tom Ordelman: brief – stempel.
- Wendelmoet Ouwehand: Bezoek – Diepte.
- Wannie Overdulve [eerste regels:] Kreativiteit – Bang dat het.
- Ubbo Derk Hakholt: Ik houd van.
- Nel de Roo [eerste regels:] hoog boven ons – wie ben ik.
- Wim Roodzant: Het regent op de rivieren.
- M. Samplonius: Avond – Advies.
- Tinus van de Streek [eerste regel:] Jij kreeg je waarschuwing.
- Hetty van Veen: Londen.
Nr. 24 – 1976 [geen paginanummers]
14 Vlaamse dichters
- Ludo Abicht: therapie (1961-1976) – lente: a carbon copy.
- Robert Baeken: Werk mensen – Einde van de wereld – De zevende dag.
- Guido Buys: bezoek aan miavoye-anthée – koudefront.
- Luc Deleu: het-ben-je-naar-bed-geweest-met-de-Europese-litteratuur hoofdstuk.
- Gustaaf De Meersman: ode aan het kind – ode aan het huwelijk – ode aan de struisvogel.
- Juul Kinnaer: muurbloem – bokaalvis – onder de schors.
- Gie Luyten [eerste regels:] Het is zomaar – Op het bal van de.
- Wim Nimmegeers: miller, I t/m III – sonnet voor ongeschikte vrienden.
- Rik Schrauwen: Augustus herademt.
- Willy Sneeuw: van mijn verdriet – pijn is duizend gedichten in puin.
- Wilfried Van Craen: 3 kleine liederen van klankzinnigheid – pools landschap.
- Romain John van de Maele: denkend aan de leie, 1 t/m 3.
- Miel Vanstreels: Voor André – Opa S. – Het kind – Droef & teder – Omdat er in dit land geen oorlog is – [eerste regel:] het wintert weer.
- Eriek Verpale: Het Jonas Daniël-Meyerplein – Mispoche – Exodus – Gedicht vol waarschuwing – Gedicht (eerste regel: Je kunt het hem wel zeggen nu) – Avond – Gedicht (eerste regel: Vermoeid onder de bomen) – Nagelaten bericht voor het venster – De zeer kalme vormen van het verdriet – [eerste regel:] Laat me morgen de rozen.
Nr. 25 – 1977 [geen paginanummers]
- Robert Baeken: De regenramen van mijn muziek – Wij gingen achter de lijkbaar.
- Willy Balyon [eerste regels:] naamloos ben ik geboren – vrucht van de haat – u was in ’t midden van een zin – je hebt mij geboeid.
- Wilfried van Craen: vierde lied van klankzinnigheid – vertaling van een moord.
- Caroline Erb: zekerheid een hol – [eerste regel:] je zei altijd: liefde is blind – vrienden – [eerste regel:] goeree en overflakkee.
- Henk Huisman: Poste restante – Winternacht, gedicht bij een schilderij van Toon Tieland.
- Juul Kinnaer: april – witte duiven – wintertuin – ik draag geen vlaggen in de stoet.
- Kobi Korff [eerste regels:] als ik m’n hoofd omdraai – voor de handen die jij mij geeft –… en de dag dat jij komt – via alle straten – dagen dagenlang is de oorlog.
- Willem Kuiter: de zwakzinnige – ingespannen – november – de grote markt.
- Pieter Luykx [eerste regels:] krampachtig zien de muren – iedere dag probeert zij – in de stilte.
- Adriaan J. Rotte [eerste regels:] ik wentelde mij – gods glimlach.
- A. Stins: Ingraven en afwachten – Doornroosje ontsnapt – Avond – Amsterdam C.S. – Bilateraal.
- Bert Willems: Later – Iedere herfst.
- Daan Wink: X-ius– Kampvuur in april – Romance in Amsterdam – [eerste regel:] De stad wijst een ieder – Plas – Een hete zomerdag.
Nr. 26 – 1977 [geen paginanummers]
- Rob Bartels: Glamour – Flatneurose.
- Johannes de Bruijn [eerste regels:] geschrokken tussen twee hartslagen – mensen verstomd tot taal – in je lichaam.
- Cornelis van Hoore: toch wat geleerd – overpeinzing – opstaan voor iemand misstaat niemand – een heerlijk dagje.
- Peter Jacobs: Drukwerk, I t/m X.
- Dorine Lintelo: teder – soms.
- Pieter Luykx [eerste regels:] frêle – aan haar – 45 kg – verdriet in haar ogen.
- Bep Nof: Dans macabre – De God van ... – Opnieuw.
- H. Ooievaar: op bezoek bij oma – na vieren in het park.
- Jean H. Severeijns: het heeft geregend – naar morgen – in de schaduw van de zomer.
- Christine Spierings: laat ons – M.M.
- A. van der Straaten: nu je er niet meer bent – lesbos – Erlensee – gitaarspel.
- Lidy Stuit: Dromend naar morgen – Zinnen dwalen.
- René Tenkink [op omslag voor abusievelijk 'Tentink']: 1. Hoe moet het met de Vrouw? – 2. De Modder kroop traag tegen mij op – 3. Op de gele Lippen de vochtige – 4. De Lakens hangen binnen – 5. Hier veren de Mensen niet – 6. Haarscheurtjes? Houdt het? – 7. Smetteloze, dunne Kleren – 8. Niets trilt. Nee, alles – 9. De Buik, de Snede – 10. De Rij.
- Ton Veugen: het lichtende westen? – Moederdood.
- Rennie van Windt [eerste regel:] ijs – [eerste regel:] de weg – Braşov.
- Anette van Wijck: Onvruchtbaar, 1 en 2 – Voor mijn moeder.
Nr. 27 – 1977 [geen paginanummers]
- Martin Boot: Cyclus: 1. Zilver of goud – 2. Aanzetten; zet vet aan op vliezen – 3. Er ligt een obool in je kiezen / in je nieren een tovenaarsleerling – 4. [eerste regel:] Hoe prachtig het zijn zal – 5. Celesta – 6. Words of: Zo spreekt men – 7. Do Lente – 8. Heb je een liefde – 9. Er ligt een obool in je kiezen / op mijn liefde zit bloed – 10. Want weet je.
- Rob Molin: amsterdam oud-west – maastricht – [eerste regel:] we zoeken naar opwinding – zomer – we remember– noord-frankrijk – een regenboog achter de stad, 1 t/m 6.
- Perpeille [= Peter Kooi] [eerste regels:] in schemer gevangen – uit de diepten van mijn lichaam – de natuur in zichzelf – van fluweel zijn mijn spieren – ik ben de zachte revolutionair – ik beweeg je steeds – het begin van je benen – gij Daniël – zijn dood verdrongen – wat zou ik anders zijn – mij schieten klanken – psalm.
- Willem Sinninghe Damsté : Omnipotens – [eerste regel:] Wit is gelaat van een dode – [eerste regel:] Vrienden zijn als vogels – [eerste regel:] Wij verbouwen de avond bij nacht – [eerste regel:] We wieden met woorden – [eerste regel:] Uit de lucht waait het groen over – [eerste regel:] Rond een – [eerste regel:] Vliegers knippen in de nacht – [eerste regel:] Het seizoen is geopend – Kringloop – [eerste regel:] Het lijkt wel – [eerste regel:] Je leeftijd hangt stoppelig neer.
- Romain John van de Maele: je hield een dobbelsteen in de hand – gedichten uit Primum non nocere [eerste regels:] in mijn gapende jeneverstilte – als een spin aan een herfstdraad – keltisch bijna is mijn verlangen – ik had je veel meer willen geven – in je heupen mijn lief – de lente – de weemoed der wolken – ze laat me niet los.
Nr. 28 – 1977 [geen paginanummers]
- Stan Albers: Hier Herleeft – [eerste regel:] vanmorgen – [eerste regel:] de smaak van – Einde lijk rust – [eerste regel:] ik zie verleden – [eerste regel:] maar nee – Herfst.
- Lia Barbiers [eerste regel:] mogelijk – [eerste regel:] wie een weg baant – dodenwacht – spelend kind – [eerste regel:] reizigers zijn vrome – [eerste regel:] het is nu dag.
- Rob Bartels: Ontij – De voorjaarsherfst – De zomerwinter – (R)evolutie – Mourir, c’est partir un peu.
- Geraldine Dam: Argentinia-con-carna – [eerste regel:] Zij waakte over mijn zinnen – Tussen muren – [eerste regel:] Nóg staat hij – [eerste regel:] Zomeravondvoorstelling.
- Georges Fukkink: palimpsest of zelfportret – wandelen – noteren s.v.p. – konstruktie registratie.
- Gabriël: Langs het kanaal – Zaterdagmorgen.
- Han Grüschke: grote markt – straatbeeld.
- André Jacobs: verstoppertje – [eerste regel:] ik dacht dat ik een leeuw zag lopen.
- Ellen Jellema: parafrase – [eerste regel:] geliefd zijn – haat – Griekenland.
- Peter Piscaer: Model revolutie – Voorwaarden – Bewijs – En waar.
- Rik Schrauwen: Toch in heilige angst – Maart bladzijde drie – Begin van een eindeloos einde – Zonder lijden.
- Jean Severeijns: mijn bril – nou ja – onderdak (Lucas 2,7) – abortus.
- Ronald Voskuil [eerste regel:] Het zijn niet mijn dagen – Vlinder gevoel.
Nr. 29 – 1978
- Johanna Kruit: heel eenzaam. (11)
- Trudi Pot: fundament (13), welvaartsgezinnetje (14), winteravondval (14).
- Martin Boot: De groene camelia, I t/m III. (15-17)
- Frans Cornelis: verborgen schoonheid (18), voor greetje (19), vereenzaamde wereld (20), ik zie en hoor (21), garucha (22), momenten plukken, 1 t/m 4 (23-26).
- André Heyvaert: Voorbij (27), Brief (28), Vergezicht 3 (29), Vergezicht 4 (30), huis van heden (31), November (31).
Nr. 30 – 1978
- Mari van Alebeek [eerste regels:] zo doden (3), waar water (3), ik ben (4), levend (4).
- Sophia Goedman [eerste regels:] zo bouwden wij de god (5), want waarom zou ik huilen (6), zo dronken wij het bloed (7), buitenbaarmoederlijke zwangerschap (8).
- Ko van Hengel: Droge zomer (9), Mijn handen (10), De onbekende (10), Voor vorsten verboden (11), Wachten (12), Weerzien (13).
- Cornelis van Hoore: Gezondagd (14), Huiselijk leed (15), Twee vliegen in één klap (16), Stoptrein naar Winterswijk (17), Regen (17).
- Elisabeth Lamkamp-Noldus [eerste regels:] Tussen de grond waarover onze (18), De muren ademen verlangen en (19), Moe, scheefgegroeid en in haar (20), Onder het kleine gewelf (20), Veilig liggend, binnen de bocht (21).
- Tieki Lommen [eerste regels:] de morgen (22), de geur die om je is (22), de adem van (23), In het weke licht der (23), er is iets in me (24), onder wolken(24).
- Norbert de Winne: Adriadne (25), Craiova (26), In het laagland van mijn hand (27), Met je foto uit Satu Mare (28), Mijn vreemdeling (29).
- Johan de Wit: taferelen, 1 t/m 10 (30-31).
Nr. 31 – 1978
- Willy Balyon [eerste regels:] als een schuwe hinde (3), ik kan alleen maar zijn (4), ik kan u niet (5), hem heb ik niet bereikt (6).
- Eldegee [= Lucien de Geyter] [eerste regels:] de vette kever (7), miljarden cassiopeia’s (8), Mijn woorden druipen op de bloemen (8).
- Amanda van Haesland: De kat (9), Over mijn dood (10), Grafschrift voor Jozef Bertus (1917-1958) (11), your thing of beauty (12), Frezia in de winter (13), Rust (14), Ontmoeting (15), Naar het huis in Haasdal (16).
- Roel Houwink: Zo blond (17), Portret naar Dali (17), [eerste regel:] tussen mijn lippen (18), [eerste regel:] zwarte zwanen (18), [eerste regel:] het baat niet (19), zonder handen (19), afgronden (20), ga niet voorbij (20).
- Anne Schipper [eerste regels:] in de buik van een huizenblok (21), ik loop het lokaal in (22), ik heb snaren in de toppen (23), oma (23), [eerste regel:] De tafel beladen met etensresten (24), de etalage, waar ik ademloos (24).
- Arend Slagman: Arend doet Golgotha (25), Einde van de poëzie (26), Zondeval (27).
- Arie van der Straaten: Nirwana (28), Nacht (29), Ik zing voor de bloemen (30), Botanicus (31).
Nr. 32 – 1978
- Wim van Dijk: De huidaandoening (3), Een vlammend avontuur (3), In de tuin (4), Verschijning (4).
- Ellen Jellema: Life begins at 40. (5)
- Bert Kooyman: Delta. (6-9) [Poëtisch proza]
- Georges Fukkink: konstruktie 200 (10), konstruktie 200/201 (11).
- Mathilde Grasmeijer: herfst (12), bijwoonster (12), [eerste regel:] en zijn wij (13).
- Lucette Oostenbroek: haiku-zen (14-16). [Proza, over het zenboeddhisme als grondslag van de haiku.]
- Lucette Oostenbroek: Veere – januari 1978. (17-18) [10 haiku’s]
- Pauline Vroom [eerste regels:] storm hangt als een razende kluit (19), de hele zomer -weet ik nu- heb ik het (20), hoe dicht kan ik je naderen? (21).
- Suzan Huisman [eerste regel:] Ik zou willen (22), “Bij het scheiden van de markt” (23), [eerste regel:] Kan het je schelen (24), [eerste regel:] Je bent zo gesloten (25).
- Silva Ley: wandkleed (26), railroad (26), handgeweven (27).
- Roel Houwink: Marsman en zijn tijd. (28-31) [Proza, over persoon en werk van Marsman.]
Nr. 33 – 1979
- Rob Molin: In memoriam Ton Veugen (6 september 1939 – 14 februari 1979) (3) [Proza]
- Leen Sluis [eerste regel:] Dood-enkel (5), Beeldenstorm (5), [eerste regel:] Steriel afstekend (6), USO’s (unidentified standing objects) (7), Silent spring (8), Het tijdperk der Verlichting (8).
- René Coomans: stralen, 1 t/m 6 (9-12), de krans, 1 t/m 6 (13-17).
- Silva Ley: breister (18), om een boekvink (18), koningskegelen (19).
- Marcel Vanslembrouck: elke vinger omringt een sleutel (20), voorbij een slapend geheim (21), de beheerder (22).
- Loes Flendrie: Heksenspiegel (23), Ik (23), Zusterschap? (24).
- Evert van Weely: gezicht uit steen (25), [eerste regel:] Deur op een kier (26), man-iemand (26), resultaat (27), woord-clochard (27), paranoia (28), toeval (29), de mindere man (30), droomreis (30), allegorische reis (31).
Nr. 34 – 1979
- Han van Esch: polderdijk (3), Justin (4), zolderraam (5).
- M.M. Lommen: Kemp en de tuin der lusten. (7-13) [Proza, over thema’s in het dichtwerk van Kemp, met name de vrouw.]
- Roel Houwink: Zestig jaar dichterschap 1919-1979. (14-19) [Proza; terugblik op de eigen dichtersloopbaan en visie op poëzie.]
- Roel Houwink: Oude huizen. (20)
- Johannes Collaert jr: Gekken werk (21), Ontmoeting (22), Zus of zo (23).
- Wim van Til [eerste regels:] alle geluid (24), en als ik de pijn zie (24).
- Guy van Hoof [eerste regels:] Het begon al bij het opstaan (25), In het besef dat er soms iets (26).
- Car Flanders [eerste regels:] hoorde hoe de nacht (27), misschien ben ik de dood te rijk (28), als een gaas van pijn (29).
- Willem Kuiter: kanker (30), een winterdode (30), het regent (31).
Nr. 35 – 1979
- Karina Baggermans [eerste regels:] zondagsdorpen (5), schichtig bespiedt men (6), langs vroege kersen (7), als je straks (8), [gedichttitel:] zomer (9), nameloos lijkt (10).
- Henriëtte Bekkers: de spiegel (11), [eerste regel:] in het open veld (11), visioenen (12), ongeremd (13), de tijd snelt voort (13).
- Riet van Gent: Voor Ton. (14) [Ter herinnering aan Ton Veugen.]
- W.A.M. van Heugten: De koepel van Lierop (15), Dit edel morgenlicht (16), equinoxium (17).
- Dorette van Kalmthout [eerste regel:] Deinend op ritme van voeten (18), Dommellandschap (19), [eerste regel:] kleuren bloeien (20).
- Baptista van Laerhoven: allerzielen (21), het bezoek (21), even heerlijk gek zijn (22), verloren (23), herfst (23), DE (24), jouw masker (25).
- Pieter Luykx [eerste regel:] ook als (26), voor karin (27), [eerste regel:] op dit laatste uur (28), [eerste regel:] soms is er die geheime geur (29).
- Rennie van Windt: vliegende vis (30), brigadier (31), Mont Blanc (32), [eerste regel:] van alles buiten (33), zelfportret (34), [eerste regel:] je was wild mijn land vandaag (35).
Nr. 36 – 1979
- Lucienne Stassaert [eerste regel:] En dit is de tol van uw zwijgen: dat breken. (5)
- Gerda de Vrieze [eerste regel:] In donkere strepen houtskool. (6)
- Jozefa van Houtland [= Lydia M.A. Schoonbaert]: Stierenkopurne (7), Projectiel voor een vrouw (8).
- Christina Guirlande: Euridice (9), Icarosdromen (10).
- Bertien Buyl [eerste regel:] Dit zijn weer de heilige avonden (11), Bede aan een onbekende (12).
- Patricia Opsomer: Pim Pom Peine (13), Dag vader (14).
- Germaine Dyckhoff-Ceunen: Eeuwige sneeuw (15), Jouw naam (16).
- Hilde Malfait: Zee. (17)
- Anna Boom: Ons dorp. (18)
- Lieve Van Damme: Jaren later (19), [eerste regel:] De ruit verlengde de tuin (20).
- Renée Van Hekken [eerste regels:] Het altijd geopend raam (21), De zilte kilte aan het venster (22).
- Moevakis: Dagdromen (23), Afscheid (24).
- Lianne Van Den Heuvel [eerste regel:] Je bent. (25)
- Griet de Wispelaere [eerste regel:] Breuksteen. (26)
- Marleen de Crée-Roex [eerste regel:] Liefhebben is na de lange (27),[eerste regel:] Wij komen nooit meer uit de (28).
- Ria Scarphout: Malabata 1 (29), Malabata II (30).
- Maria Sesselle: Ik zal (31), Dit huis (32).
- Gabriëlle Demedts: De kruik noch de wijn (33), Twee uur van het jaar (34).
- Kaat Vandermarliere: Waarschijnlijk zullen wij. (35)
- Marieken Langbeen-Haegeman: Nocturne. (36)
Nr. 37 – 1980
- Vere Bouts [eerste regels:] het pad ligt verlaten (3), de wingerd vlamt over de muren (4), zonneflitsen (5), steeds verder gaat ze (6), o kerk en stadhuis (7).
- Ton Geelen: verloop (8), aflandig (9), weerzien (10), op doorreis (11), kiezel (12), momentopname (13).
- Henk van Gerner: heeft mij overmand (14), de hele dag het waaien (14).
- Kees Hermis: levende taal (15), [eerste regel:] afdalend in de groeve van de taal (16), [eerste regel:] stilte die zichzelf oproept (17), woorden als bloedkoralen (18).
- Ellen Mik: tuimelende vogels (19), zwarte regen in mijn ogen (20), gaaf in onberekenbaarheid (21), afscheidsmelodie voor vrouw (22), portalen voorbij (23), duidelijke taal (24).
- Thomas Ruiten: (minnaar) (25), (Margriet) (26).
- Wim van Til: idylle (27), herfst in november (28).
- Bert de Vries: negen delen in uit “dodemansbol”, tweede afdeling (de Vlielandse gedichten): I (Paradise lost) – X (fall out) – XI (leeuw van oud licht) – XII [eerste regel:] onze instinctieve veiligheidscode – XIII (synchroniciteit) – XVI (evangelie) – XXV (heimwee) – XXV11 (uur nul) – colofon. (29-31)
Nr. 38 – 1980
- Willem Adelaar: Reis van Activa naar Passiva (2), Diagnose (3), interieur inferieur (4).
- Joseph Avers: Het laatste seizoen (5).
- René Coomans: Liefde (6), [eerste regel:] ’n traan glijdt eenzaam langs je wang en (6), Stress (7), [eerste regel:] je klomp breken (7)
- J.H. van Geemert: Winters (8), [eerste regel:] Ook als ik hier weg ga (9), Vergeefs getracht (9), Zomertijd (10), Zwart op wit, I t/m III (11), Buiten (12), Herhaalde ontmoeting (13), Brief, niet verzonden (13), Decor (14), Rust (14), Thuiskomst (15).
- Karen Hagg: Contagieuze magie (16), Teleurstelling (16), Hot summernight I (17), Hot summernight II (17).
- Roel van Heerde: De vijand (18), Drie kwatrijnen (19), Theologie (20), [eerste regel:] het glas wandelt het venster uit (20), [eerste regel:] geen teken wordt gegeven (21).
- Jan van Hest: Modern museumbezoek. (22)
- Hans Kilian [eerste regels:] teruggekeerd (23), terug in het dorp (23).
- Paul Knolle: Zee (24), Polderboom (24), En passant (25).
- Karel Kramer: Zeven gedichten voor Jezus Christus: Soms – Je vindt het wel goed? – Zou je nu niet eens – Waarachtig! – Laatst – Toen ik – Als ik op sterven lig. (26-31)
- Johanna Kruit: De kat en de muze (32), Sultan (33), Amber (34), Pepper (35), Carabas (36), Joris (37).
- Loeke Vanassche: Brief (38), Blauwe Kamer (38), Venetië (39).
Nr. 39 – 1980
- Cees Berkel [eerste regel:] Beginnen met (3), instrukties voor bij het slaapdronken zijn (4), dood (5), élégance (6), diepvriesmaaltijd (7).
- Resy Cuypers [eerste regels:] de desem van mijn brood (8), twee polen trekken en (9), waakzaam je ogen (10), tweeslachtig droomt de denker (11), vandaag vind je de deur gesloten (12), hulpdraden aangespannen (13), te wankel nog (14), het bed een warme uterus (15).
- Joris Denoo: metafoormatig (16), deontologisch (17).
- Kees Hermis: ontwaken (18), tegenbeeld (19).
- Hans Kilian [eerste regels:] buiten is het lente (20), al te lang ben ik (21).
- Willem Kuiter: verbroken vriendschap (22), afscheid (23), wolken (24), planmatige ontmoetingen (25).
- Jan Nuyten [eerste regels:] De eenzaamheid is (26), En de eenzaamheid (27).
- Joep Rademaker: ‘Succes’-formules. (28)
- George Schade [eerste regels:] als je lippen bewegen (29), je huid is veranderd (30), terwijl je (31).
- Miel Vanstreels: tachtig (32), onrust (33), hiërarchie (34), zesentachtig (35), chef (36), missen (37), eenentachtig (38), verhalen (39).
Nr. 40 – 1980
- René Coomans: Toerisme, 1 t/m 6. (3-6)
- Kees Hermis: septembertranen (9), een liefde (10), [eerste regel:] met de nacht in mijn voeten (11).
- Caren van Herwaarden [eerste regel:] Ze onderbrak die ochtend het licht (12), Ach, noem mijn stappen maar (12), Fantoom (13).
- Tejo van Huet: Vrienden Praten Over De Liefde (14), Nooit Omgekeerd (15), Op bezoek bij een zuster (16).
- Bert Kooijman [eerste regels:] Geboorte die wegrot (17), Breekbaarder dan daglicht (18), Verloren dag, aureool. Verdriet (18), Zichtbaar in de ets van de hand (19), Wie stil staat (20), Mond, in gepijnde aria’s (21), Gestold lied, verdriet schuift (22), Herinnering wentelt weer (22).
- Ton Kuiper: winter (23), sssstt (24), soms kom ik nog liefde (24), verdriet (25), machteloosheid (26).
- Bep van Laar [eerste regels:] ik wil uit mijn cocon (27), daar ligt zij dan mijn oude roosje (28), de ochtend is voor mij (29), de drempels zijn (30).
- Frank Siddiqui: Lethe (31), [eerste regel:] Diep azuren avond dalend (32), Naam (33).
- Walter Simonis: port (34), window (35), hart (36), waiting (37).
- Gerard Ulijn: Cocon (38), File (39).
Nr. 41 – 1981
- Trudi Pot: Serie, I t/m III (3), [eerste regel:] Moeder die voedt met (4), [eerste regel:] Zingende maan tussen (5), Jij die niet bent dan (6), Ik ben de kraakheldere geest (7), Feest, nooit dan in droom (8), Dienstbare geest (9).
- Thomas Ruiten: (teken) (10), (rite) (11).
- Peter Schoorl [eerste regels:] Langzaam trekt mij iets voorbij (13), Helle roomse kamer (14), Weke geur van lichaam (15), Langzaam rol ik van je af (16).
- Debbie van der Veen: waken (19), [eerste regel:] Het huis (20), [eerste regel:] mijn hele leven (21), [eerste regel:] vervloekte pijn (22), oud (23), Kinderlijk optimisme (24).
- Peter Geraedts [eerste regel:] Vormen omspelen zacht (25), Ik zie velden (25), Tegenstelling (26), Afwachtend (27).
- Abraham A. Lindenberg: Tijd en ruimte (28), Slachtoffer van de tijd (28), Psychedeliek (29).
- Hedy Boschman [eerste regels:] in harmonie liggen daar de velden (30), rimpelloos verloopt het water (31).
- Kees Klok: Aan de rand van de stad (32), Hof, Dordrecht, 3 februari 1978 (33).
- Cyriel Pennartz: Eendagsvlieg op sterven (38), Station (39).
Nr. 42/43 – 1981
- Willem Adelaar: Univers I (4), Univers II (5), Univers III (6), Univers IV (7), Relativi-tijd (8), 1980 (9), Bal masqué (10), Drijfveer (11).
- Bert Bevers: De nadering, 1 t/m 3 (12-14).
- Tom Cornuit: Een eeuwige eenheid (John Lennon) (21), Standvastig (22).
- Wil Coumou: Wens (23), Naaktstrand (24), Laatste wil (25), Verliefdheid (26), Vrouwenleed (27).
- Han van Esch: I. een grijze sneeuwlucht – II. Ik zeefde het landschap – III. ze leunde – IV. Het wachten was op. (28-29)
- Albert Hagenaars: Bergen op Zoom (30), Antwerpen (31).
- Paul Hautmans: Deuren (32), Een lichaam in de geschiedenis (33), Vrije liefde (34), Als ik aan de oorlog denk waar ik achter sta (35), De dichter, de zwaargewicht (36), Blikvoer (37), Geen naam (38), Eindafrekening (39).
- Baptista van Laerhoven: Moeder, November (40), Wat ik zag (41), late zomeravond (42), Stilte om de zon (43), ziekenhuis (Léon) (44), Late roos (45), mijn vriend (46), goed nieuws (47), winteravond (47), afscheid (48).
- Silva Ley: Drie verzen van een ander weten: 1. Vergaderzaal (49) – 2. Examenzaal (50) – 3. Bioscoopzaal (51).
- Pieter Luykx [eerste regels:] ik weet (52), hij heeft geleefd (53).
- Amie van Oers [eerste regels:] kom niet dichter bij me (54), dit wordt een afscheid (55);.
- Marijke Peeters: reizen in mijn hoofd (56), de levensboot (57).
- Perpeille [= Peter Kooi]: 1. voor els en geert – 2. [eerste regel:] gedachtenkracht te weinig (59) – 3. [eerste regel:] altijd maar naast staan (59) – 4. Overal heerst angst (60-61).
- Ad van Rijsewijk: Omdat er nog iets menselijks in me is, 1 t/m 7. (65-72)
- Peter Schuddeboom: Onzeker langs (73), Gedichtenschrijver (74).
- Jaques Stroucken: Liggend op Leenderheide (75), [eerste regel:] het tandbederf van de tijd (76).
- Liesbeth Valk [eerste regel:] soms ben ik (77), een kamer (77), vriendschap (77).
- Kees Wagtmans: Ochtend (78), [eerste regel:] zorgenrood en een gestrikte schoenveter (79), Een molens ideaal (80).
Nr. 44 – 1981
- Géraldine Dam [eerste regel:] Dan slaat zij de donkerblauwe (3), [eerste regel:] Het kraaiend bewind (3), Dezelfde taal (4), [eerste regel:] Ze gaan nog slechts (4), Paper-tiger (5), Stress (5), Place du Tertre (6), Zie niet (6).
- Peter Geraedts: Tussen Maas & mergel, 1 t/m 6 (7-11)
- Amanda van Haesland [eerste regels:] roerloze kat (12), bestemd tot stof te keren (13), toen was het licht verblindend (14), de maan is uitgedoofd (15), je adem is de wind (16), de ploeg zwoegt (17), hark kluiten (18).
- Bep Nof: Stil is het zwijgen (19), Een paar kleine gedachten (20), [eerste regel:] Eens zocht mijn ziel (20), De eerste schooldag (21), [eerste regel:] De dagen die ik tel (22), [eerste regel:] Mijn stem is leeg (22), Ik verloor mijn eenzaamheid (23), Israël (24), Tijd geven (25).
- Rik Schrauwen: Voor een gestoorde vriend, 1 t/m 6. (26-31)
- Henri Thijs: Ik heb maling aan de tijd! (36), Sneeuw in de ochtend (37), Dag en nacht (38).
Nr. 45 – 1982
- Patrick Bernauw, twee gedichten uit de cyclus ‘huizen’: 1. Alleenstaand huis (5), 2. Jouw huis (6).
- Peter Luman: Kijk ik schrijf poëzie (7), Een mondvol stenen (8), Autoweg (9), [eerste regel:] Er lag een man op het dak te slapen (10).
- Marijke Peeters [eerste regel:] als wij samen (11), Fossiel (12).
- Cyriel Pennartz: Vrouw in de regen (13, met toelichting op pp. 14-45).
- Hans Peters: Wandeling (16), Strandlopertje (17).
- Robert Starki [eerste regels:] geheugen kom terug (18), dit einde heeft geen slot (19), de zee, die bruisende zeepdoos (20), nijlpaard groene hersenen (21), sprinkhaan mijn gedachten (21).
- Valère van Gerrewey [eerste regels:] Jouw voorjaar (22), Cambodja (23), En als de nacht zijn sporen slaat (24), Mijn vlakke land Egypte (25), Wit nestelt zich de nacht (26), Januari 1981, 1 en 2 (27).
- Marcel Vanslemsbrouck: Luidop denkt vader (28), Zaaiende hand vader (29), Weer offert moeder (30), Moeders welkom (31).
- Victor Vroomkoning, uit de cyclus ‘verwijderingen’: III. Ze weet maar al te goed (32) – VI. Ze leunt met gladde buik (33) – X. Toen zij met gretiggierige hand weggriste (34) – XIII. Zijn nek sneeuwt langzaam in (35) – XIV. Zij komt er nooit meer onderuit (36) – XV. Het parfum (37) – XVI. Hij is de stenen vlinder (38) – XVII. Toen zij zich keerde (39).
Nr. 46 – 1982
- Gerard Berends: beeld zadkine rotterdam (3), [eerste regel:] zoutelande (4), [eerste regel:] met oren op de tong (5), [eerste regel:] in de koude winterlucht (6), na archimedes (7), ochtend aan zee (8).
- Anne van Bergen: Tussen de middag (9), Met dank aan de P.T.T. (10), Een gulden per uur (incl. B.T.W.) (11).
- Willem Degen [eerste regel:] toen ik haar vroeg (12), [eerste regel:] dit is een lied voor jou (12), pad (13), [eerste regel:] gisteren ben ik god tegengekomen (14).
- Bep Nof: Haar nummer (15), [eerste regel:] Ik stierf (16).
- Marian Oepkes: Schimmencyclus, 1 t/m 7. (17-23)
- Ibolya O. Horvath: Hongarije 1956 (24), [eerste regel:] donker bos (25).
- Frank Oudmaijer: Observatie (naar J.P.S.) (26), De tijd (27), Scrabbelen, 1 en 2 (28), Ik hou van jou (29).
- Trudy Roetman: 1. Akwafoon (30) – 2. [eerste regel:] Op het land bemerk ik (30) – 3. [eerste regel:] Geef bestaan een kans (31) – 4. [eerste regel:] Ik reis op mijn paarden (31) – 5. Tekortgeschoten en beschaamd (32) – 6. Serenade van de eenzaamheid (32).
- Marlies Souren [eerste regels:] ik ben gegaan (33), een prairie (34), ik groei in het geheim (35), er vliegen bloedende (36).
- Rineke Wijland [eerste regels:] ik heb geen wijn meer nodig (37), alleen zijn (38).
Nr. 47 – 1983
- Jan Barendse: Misrekening [zie de rectificatie in nr. 48] (3), Bezorgdheid (4), Een kritiese zwemmer (5).
- Henk Beems: Vannacht (6), [eerste regel:] de avond verstilt in koelte (7).
- Johannes Collaert Jr.: Het blauwtje (8), Processie (9), [eerste regel:] soms besef ik (10), Zelfportret (11).
- Gerard Cornielje: Vertrek (12), De jongen (13), Vrouwen (14), Alleen (15), Dit is wat ik wil (16).
- Jos Delnoij [eerste regel:] Zij leert haar ballast af te gooien (17), Verwante hand (18).
- Dirk Nackaerts [eerste regel:] Het bestaan gesterkt met (19), Aarzelende incantatie (20).
- Anne Roorda [eerste regels:] In een ogenblik (21), Ik zie een licht komen (22).
- N. van Uden: Schreeuwogenblik (23), Kater (24), Morgendood (25), Oase (26), Antwoord (27).
- Victor Vroomkoning [eerste regels:] In de manen van haar bril (28), Het waait er waar zij staat aan dek (29).
- Max. M. Woppenkamp: Jacht (30), Duc (31), Hoornen huid (32), Leeftijdloos (33), [eerste regel:] in het zwarte gat (34).
- Wim van Til: De poëzie van Willem Adelaar: een weerwoord aan de onmacht. (36-38) [Bespreking van de bundel ‘Weerwoord’ van Adelaar.]
Nr. 48 – 1983
- Jan Barendse: Misrekening [rectificatie op publicatie in nr. 47] (3), [eerste regel:] Na deze halte (4), Vissen (5), Overdracht (6), [eerste regel:] Diep de nacht in (7).
- J.H. van Geemert: Zomer in het zuiden (8), Les extrêmes (9), Soms, ’s avonds (10).
- Marinus Kanaar: aan de re(d)aktie van opwenteling (11) [brief met de toelichting op het volgende gedicht:] Frontbericht (12-18).
- Luc Leestemaker: verantwoording of rechtvaardiging (19), [eerste regel:] alles was er (20), 1. [eerste regel:] mijn rol is eenzaam in dit dubbel duet, 1 t/m 3 (21), ti po ta (’t is niets) (22).
- Laurens Randwyck [eerste regel:] ik heb de wereld (23), [eerste regel:] hoe vaak (24), [eerste regel:] met de oude wind (25), [eerste regel:] toen de nacht licht (26), [eerste regel:] in deze lichtvoetige wereld (27), zomer (28), verwachting (29), [eerste regel:] er is geen (30).
- Anne Roorda [eerste regel:] Waarin (31), [eerste regel:] Als men zegt: God is dood (32), Ode aan Apollo (33), On-geboren (34), [eerste regel:] Mijn lot (35), [eerste regel:] Ja, ik hou vooral van de stilte (36).
- J. Wagnermaz [= Joost Zwagerman]: het huis uit-weg (37), een verwording (38), een terugblik met gevolgen (de voorstudie) (39).
Laatst bijgewerkt op 17 mei 2022

naar morgen [2]
1969-1991
Selectieve inhoudsopgave, deel 2 [in bewerking]
Nrs. 49 tot en met ...
1984 tot en met ...
Meer informatie Minder informatie
Meer informatie
SELECTIEVE INHOUDSOPGAVE [vervolg, in bewerking]
Hoofdletters/kleine letters in gedichtstrofen zoals in tijdschrift.
Nr. 49 – 1984
- Lia Barbiers: demente bejaarden (2), tekenend (3).
- Martin Bouwman: Tijd verdrijft (4), Wrakhout (5), Onttakeling (6), Avondzon (7), Gedicht in brief gevonden (8), [eerste regel:] Zoals storm in stilte altijd (9).
- Peter Geraedts: Dichter (10), Ontmoeting in Avignon (11), Gestalte (12), [eerste regel:] Het zachte vlees rond je heupen (13).
- Simonne Gobin-Eliaerts: halte (16), Ze wil op reis (17), [eerste regel:] Als ik wat zonderling word (18), Ik teken een mens (19).
- Cornelis Maria van de Heijkant: terapie (20), Beekse Bergen in bikini (21), [eerste regel:] ‘wir sind alle prostituiert’ (Grauzone/popgroep) (22), in marmer gezongen (23), ochtendgebed (24), [eerste regel:] gisteren is ’t gebeurd (28), ik droomde (29), [eerste regel:] lo- / pend in de straat (30), nachtbreken (31), op de foto met twee zusjes (32).
Nr. 50 – 1984
- Anke Binnerts [eerste regels:] berijmde bomen staan in strofen licht (4-5), daar staat ons opgezette beestje (6), de daglicht geschulpt (7), vandaar (8), In memoriam de witte mens (9), kreeftengang (10, zie gecorrigeerde herdruk in nr. 52), [gedichttitel:] foetus (11).
- Mieke Clijsen: Rollenspel 1 (12), Rollenspel 2 (13), Rollenspel 3 (14), Rollenspel 4 (15).
- Marijke van Hooff: Een huid van regen, 1 (16), Een huid van regen, 2 (17), Een huid van regen, 3 (18), Een huid van regen, 4 (19), Een huid van regen, 5 (20).
- Cia van Maren: doornroosje (21), utopisch winterkleed (22), dodepop (23), een oud geheim (24).
- Nechamah Mayer-Hirsch: Mijn zoon I (25), Mijn zoon II (26).
- Marlies Souren: Schuilhut-poëzie, 1 t/m 8. (27-30)
- Atie Ultée: op een verzonnen paard (31), Virginia Woolf (32), uitgangspunt (33), onder de schijnbare huid (34), [eerste regel:] bomen (35), de ernst van populieren (36), beeld in Uithoorn – voor Emanuel (37).
- Marrit Verwiel: Will (38), ‘Waterwerk’ (39).
Nr. 51 – 1984
- Joop Bersee [eerste regels:] afgetrapte bezetenheid (2), beenspelonk (3), de sneeuw ligt licht op zolder (4).
- John R. Blad: Activist (5), doek op (6).
- Cornelis Zwart [= Cornelis Maria van de Heijkant]: station Lage Zwaluwe (9), twee wonden (10), zeg (11).
- Rogi Wieg [eerste regel:] Van alle vrouwen (12), Regen (13), De Zomer (14), [eerste regel:] Je bestaat tussen de morgen (15, zie gecorrigeerde herdruk in nr. 52).
- Marinus Kanaar, poëzievignetten: poëzie in de kantlijn (22), poëzie en draadje (houder buitenbeeld) (23), poëzie als hoeksteen en snijlijn (24), poëzie (25), terug op uitgangspunt of toch…? (26), losse letters verbonden (27), bijvoorbeeld blz. 25 (28), zonder poëzie (29), poëzie die zonder kantlijn (30), ‘hoezo, “niets te zien”?’ (31). [Visuele poëzie]
Nr. 52 – 1984
- Anke Binnerts: kreeftengang. (3) [Correctie op de eerdere publicatie in nr. 50, p. 10]
- Deen Engels: fossielen: 1. breking (4), 2. toet (5), 3. deel (6), 4. bijl (7), 5. pruik (8).
- Roel van Heerde [eerste regels:] graag gedaan meneer (9), het sterftecijfer van mij (10), het kleed van het keerpunt (11), drink het water (12), het huis denkt zich een kind (13).
- Roger Theo Nupie: week in Weimar 1 (14), week in Weimar 2 (15), week in de Weimar 3 (16), week in Weimar 4 (17).
- Rogi Wieg [eerste regel:] Je bestaat tussen de morgen. (18) [Correctie op publicatie in nr. 51, p. 15.]
- Max M. Woppenkamp: I twintig: 1. [eerste regel:] Zo gruwelijk jong de arrogantie (21), 2. Op vakantie (22), 3. wording in w (23); II tijd voor tien: 1. [eerste regel:] Kom nu, kom je niet voor niks (24), 2. onzichtbare eenheid (25); III dertig: 1. dertig (26), 2. dwang (27), 3. tijdspiegel (28), 4. handen (29), 5. toekomst (30), 6. verboden voor stervelingen (31)
- Wim van Til: Het houvast dat ons ontglipt. Een leesverslag. (32-35) [Bespreking van de bundels ‘Uit de ouwe-foto-doos’ en ‘Want de golem is geen mens’ van Patrick Bernauw.]
Nr. 53 – 1985
- Joop Bersée: I. Er vloeit eens uit mijn hoofd – II. De doden, zij rouwen niet meer – III. Donkere vrouwen met kransen – IV. Iemand grijpt me bij de arm – V. Melk omgeeft mijn lichaam – de radio deinst. (2-3)
- Jan Kostwinder: avondval (8), jij, jij (9), [eerste regel:] strelende handen (10), toscaans (11), [eerste regel:] Het winterlandschap (12).
- Marijke Marijnissen [eerste regels:] de rimpels aan de oppervlakte (13), verbergen wil ik me in de holte van je arm (14), de lucht is vol van jouw wind (15), breng aarde onder (16).
- Cas J. Pepers: zes haiku’s. (17-19)
Nr. 54 – 1985
- Kijk, wij schrijven gedichten! Poëzie van basisschoolkinderen.
- Dorette van Kalmthout: Voorwoord. (2-3) [Beschrijving van het project.]
- 6e-klassers:
- I. Associatiegedichten: – van heelal naar happy –
- René Teune: Oneindig heelal. (10)
- Dorothé van Brakel: De maan. (11)
- Dimitry de Wit: Winter. (12)
- Cyriel Lamerigts: Bloemen. (13)
- Esther Böinck: De bloemen zijn niet alleen. (14)
- Renée van Buuren [eerste regel:] Happy. (15)
- II. Klankgedichten – van pure klank naar zonsondergang –
- Bart Reniers: Bam, hai, ie. (17)
- Jos Caelers: Muziek. (18)
- Anouk Reitsma: Eenzaam. (19)
- Rikkert Reijnen: Treurigheid. (20)
- Thomas Heesakkers: Sadeeasadeea H. (21)
- Mark Jellema: Triestig. (22)
- Esther Böinck: Alleen. (23)
- René Teune: Vleug van geluk. (24)
- Florinde van Valen: Vliegen. (25)
- Paul Geubel: Het spookkasteel. (26)
- Cyriel Lamerigts: Reizen. (27)
- Daniël van Willigen [eerste regel:] Reizen het suizen van de zee. (28)
- Berrith Rijnsburger: Zonsopgang. (29)
- Larissa Huijser: Zonsondergang. (30)
- 3e-klassers:
- III. Dierdichten – van fantasiedier naar huisdier –
- Wessel Wammes: Het misluktehoevenoliefantje. (32)
- Germt van de Sande: Ookakymata. (33)
- Thomas Colen: Scrabeemaki. (34)
- Ivo Legierse: De neusbubbelbuister. (35)
- Roel Bruijn: De eend. (36)
- Ronnie Smeets: Termiet. (47)
- Floris Klaversteijn: Ik ben een kakkerlakker. (38)
- Marnix van Valen: Het oude konijn (49)
- IV. Naamdichten en ik-ben-ik gedichten
- Eefje Habraken [6e-klasser] [eerste regel:] Eefje is mijn naam. (42) [acrostichon]
- Thomas [Colen? Heesakkers?] [eerste regel:] Thuis voel ik me fijn. (42) [acrostichon]
- Bart Reniers: Ik ben ik. (43)
- René Teune: M’n eigen ik ... (44)
- Rogier Hille [eerste regel:] Ik ben ik, want ik heb blond haar. (45)
- Annebel Evers [eerste regel:] Er is maar een Annabel. (46)
- Roger Bisseling [eerste regel:] Er is maar één Roger die gek. (47)
- René Abbringh [eerste regel:] Kijk zo ben ik. (48)
- Imke Scholten [eerste regel:] Ik ben ik, want ik. (49)
- Marnix van Valen: Ik ben ik, want ik heb wit haar. (50)
- Pim Böinck [eerste regel:] Er is maar één Pim. (51)
- Floris Klaversteijn [eerste regel:] Kijk zo ben ik. (52)
Nr. 55 – 1985
- Frank Berkelmans: vier haiku’s. (3)
- Govert Boterblom: niets om handen (4), lucht (5), nabij de grens van woorden (6), archipel d’amour (7), in de lege coupe (8).
- Stef van Dijk: 1. Reden om toch door te gaan – 2. het nagloeiende van draden – 3. een slepend spoor kleren – 4. mijn hand raakt de arm. (9-10)
- Loes Flendrie (Ma Anand Rajni): De daad heet dichten, 1 t/m 9. (12-16)
- Els Gadellaa: nachtkind (19), verlangen (20), geen naam om in te wonen (21).
- Daniëlla van Iterson: Eens (22), Op doeken (23), [eerste regel:] mijn hand (24).
- Marinus Kanaar: (uit het wit) (25), [eerste regel:] hand op tafel omklemt (26), in elk gat bevindt zich een deur, 1 t/m 3 (27).
- Thea de Snayer [in inhoudsopgave: Thea Metze]: vreemdeling (28), jeugdliefde (29), september (30), sterven (31).
- Patricia Opsomer [eerste regels:] Toen de woorden hem ontglipten (32), Verdwalen op twaalfhoog (33), Langs muren anonimiteit (34), Dit huis bezit geen kamers meer (35).
Nr. 56 – 1986
Visuele / konkrete poëzie.
- Steven van Campen [eindredacteur]: Après la lettre? (2) [Voorwoord]
- Wim van Til: Inleiding. (3-7)
- Hieronder: oneven romeinse cijfers: linkerpagina; even Arabische cijfers: rechterpagina.
- I. Ien de Jong: Glaasje op.
- 2. Stef Morlander: Materialisme.
- III. Steven van Campen: Verouderde logika.
- 4. Steven van Campen: ‘Nieuws’.
- V. Piet Kaashoek:De Doorslag.
- 6. Frank Wouters: Bestek ’81.
- VII. Piet Kaashoek: Beveilig.
- 8. Anie Hakvoort: Open tekst
- IX. Marinus Kanaar: Hommage a Tzara.
- 10. Frits Moorman: Leesles.
- XI. Stef Morlander: Ik ben ik.
- 12. Dany Vuursse: Karl May rust.
- XIII + 14: Johan Kollard jr.: dit.
- 15. Piet Kaashoek: Bar.
- XVI. Anneke Franssen: Enkelvoud-meervoud.
- 17. Ellen Wijster: Student 1986.
- XVIII. Frank Wouters: Angst.
- 19. Isidoor Reumer: Uitgemeten
- XX. Frank Wouters: Wedstrijd voor 2 spelers.
- 21. Dany Vuursse: Van oudsher.
- XXII. Jenny Poort: Even napraten 1.
- 23. Anie Hakvoort: Notenbalk.
- XXIV. Jenny Poort: Even napraten 2.
- 25. Piet Geemen: De natura sonoris
- XXVI. Jenny Poort: Even napraten 3.
Nr. 57 – 1986
- Govert Boterblom: naan lunaire, I en II. (9-10)
- Eric Hermsen: vluchten uit het gebrokene (cyclus): om te zwijgen (12) – weten (13) – wanneer je jezelf achterlaat (14) – hoe snel het verbleken (15) – de wording (16) – de weg die je gaan moet (17) – dit verstilde uur (18) – oogst van jaren (19) – scherp – het gezicht smelt (21) – naamloze hemel (22) – is er zin (23) – groei (24).
- Han Messie [eerste regels:] De professor wijsbegeerte (25), De machteloze muskiet (26).
- Martin de Ruijter: dichter bij de vijver (27), foto (28), zonder titel (29).
- Tsead Veenstra: Onder anderen (cyclus) [eerste regel:] voor de duidelijkheid (32) – voorbeeld (33) – ouders (34) – kind (35).
Nr. 58 – 1986
- Paul van Leeuwenkamp: tastend gedicht (10), al maar verder (11), volmaakt (12), zwaaiend wier (13), de grote feesten (14).
- Gabriëlla Meerbach: theater van de dood (16), dromen (1) (17), dromen (2) (18), we gingen je nog een keer zien (19), rustplaats (20), de tuin (1) (21), de tuin (2), (22).
- Valère Van Gerrewey [eerste regels:] 1. In een bocht – 2. Hier – 3. En wat er van de angst is – 4. Geef mij een taal. (28-31
- Cees Verraak: het land van mijn gedachten (33), Luis Buñuel (34), droomhuis (35), oude man (36), de dochter van de angst (37), schaduw (38).
- Rennie van Windt: 1. mijn dochter heeft een hoed gekocht – 2. Myrte heeft haar hoedje – 3. toen ze me vertelde – 4. weerzien – 5. Ze deed me denken aan een vogel. (39-43)
Laatst bijgewerkt op 17 mei 2022
Nadruk
tijdschrift
1 (1989) | 5 |
Narcis
tijdschrift
1992 | 2 |

Neerlandia
Nederlands-Vlaams tijdschrift voor taal, cultuur en maatschappij (1896 - ...)
Meer informatie Minder informatie
Meer informatie
Jaargang 1 (= 1896-1897) t/m jaargang 112 (= 2008) + jrg. 114 (= 2010) aanwezig in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL), met uitzondering van afzonderlijke bijdragen die vanwege auteursrechten niet getoond kunnen worden.
De inhoudsopgaven vanaf 2016 zijn te raadplegen op www.anv.nl.

Neerlandica extra Muros. Internationale Neerlandistiek
tijdschrift
Digitaal beschikbaar; jaargangen 1963-2012 DBNL
32 (1994) |
New Foundland
tijdschrift
1 (1981) | 1,2 |
2 (1982/83) | 1 tot en met 8 |

Nieuw Letterkundig Magazijn
Uitgave van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1983-...)
Meer informatie Minder informatie
Meer informatie
Zie ook: www.mdnl.nl
Zie de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) voor digitale versies van jrg. 1 t/m jrg. 33 (1983 t/m 2015), met uitzondering van enkele bijdragen die vanwege auteursrechten niet getoond kunnen worden.
In deze digitale versies de volgende bijdragen met/over oorspronkelijke poëzie van na 1880, geschreven in het Nederlands, Fries of Afrikaans:
Jrg. 1, nr. 1, april 1983
- Boudewijn Büch [in tijdschrift gespeld als 'Buch']: Lone Some. (10)
Jrg. 1, nr. 2, december 1983
- Willem van Toorn: Theole 1 (23), Theole 2 (24).
- Simon Vestdijk: De geschiedenis van Ahlstadt. (In druk op p. 29, in handschrift op p. 30.)
Jaargang 2, nr. 1, mei 1984
- Freark Dam: De Friese dichter Obe Postma (Samenvatting). (25-26)
Jaargang 2, nr. 2, november 1984
- C.O. Jellema: Terhorst (2) (36), In lood (36).
- G. Puchinger: Iets over Gerretson als literator. (41-49) [Frederik Carel Gerretson, beter bekend als de dichter Geerten Gossaert.]
Jrg. 3, nr. 1, mei 1985
- Hans van de Waarsenburg: Theun de Vries als dichter. (11-15) Met weergave van De Vries'gedichten 'Terugkeer' (12), 'Praeludium' (13), 'Het dorp' (14), 'De boom-mens' (15), 'As' (15) en 'Schrijven' (15).
Jrg. 3, nr. 2, december 1985
- Rob Schouten: Huiselijke bui (39), Alba (39).
Jrg. 4, nr. 1, mei 1986
- F. Bulhof: Paul van Ostaijen en Fritz Stuckenberg. (10-16) [Verhandeling over hun vriendschap, naar aanleiding van Stuckenbergs schilderij 'Bildnis P. und E. van Ostaijen'.]
- Kees Winkler: 1984 [eerste regel: Sinds lang had ik in Orwells boek] (13), De fut eruit? (13)
Jrg. 4, nr. 2, december 1986
- W.A.P. Smit: Hodie minus prope (35), Quid in fine (35), Lumen (35), In fine visus (35), Dicebit Deus (35) [met toelichtend naschrift van Hans Werkman. Voorpublicatie uit de bundel 'Ontmoeting met de dood'.]
- Gerrit Jan Zwier: Slauerhoff bij kampvuur en traanlamp (Samenvatting). (38-40) [Proza, hoe Slauerhoffs reislust/-drang te begrijpen?]
Jrg. 5, nr. 1, mei 1987 [Geen bijdragen met/over oorspronkelijk Nederlandstalige poëzie na 1880.]
Jrg. 5, nr. 2, december 1987
- H.A. Wage: De leermeester-leerling-verhouding tussen Verwey en Van Eyck. (41-44) [Met fragmenten van gedichten van Van Eyck.]
Jrg. 6, nr. 1/2, december 1988
- Hans Heestermans: Toespraak bij de uitreiking van de Van der Hoogt-prijs 1987 aan Rogi Wieg. (2)
- Anton Korteweg: Ockenburgh (13), Teylers (13).
- C.F.P. Stutterheim: Tijd, I t/m III. (17)
Jrg. 7, 1989, nr. 1
- Leo Herberghs: steen 1, – steen 2 – steen 3. (6)
- Wiel Kusters: Cyclische verbanden in de ‘Verzamelde gedichten’ van Jan Hanlo. (7-8) [Met weergave van Hanlo’s gedichten ‘Nova lux claritatis tuae’ en ‘naamloos’.]
- Kees Thomassen: De Ab Visser Sociëteit. (18-20) [Proza, onder meer over Vissers dichtwerk.]
Jrg. 7, 1989, nr. 2
- Marc Reugebrink: Tuin (35), Cocon - Beijing, juni 1989 (35).
Jrg. 8, 1990, nr. 1/2
- Wiel Kusters: Orgel aan zee (30), Reliek (30).
Jrg. 9, 1991, nr. 1
- Kees Stip: Kwatrijnen voor drie dichters: Kloos – Leopold – Achterberg. (7)
Jrg. 9, 1991, nr. 2
- Martin Veltman: drie quintijnen: Munt – Rembrandtsplein – Rijksmuseum. (34)
- M. Stapert-Eggen: Er was geen sneeuw op de sterfdag. Over Nijhoffs ‘Bij de dood van Albert Verwey’ (40-44) [Met weergave van het gedicht ‘Bij de dood van Albert Verwey’ van Nijhoff en van Mea Mees-Verweij haar gedicht ‘Ter nagedachtenis. Aan mijn vader.’]
Jrg. 10, 1992, nr. 1
- Drs. P: Zesregelig. (8)
Jrg. 10, 1992, nr. 2
- Bert Voeten: Oude tuin. (36)
- C.H. Goekoop: Door groene singels in een loverkrans omvat. Toespraak bij de onthulling van een gedenksteen voor J.C. Bloem op 19 juni 1992. (44-45)
- Tysger Boelens: Mijn vader was een porgel. (48-49) [Over nonsenspoëzie.]
- G. Kleis: De uitgave van Lodeizens ‘Het innerlijk behang en andere gedichten’. (50-52) [Wat speelde mee bij de selectie van de gedichten van Lodeizen? Zie ook twee reacties van E.W.A. Henssen in de twee afleveringen van jrg. 11, hieronder.]
Jrg. 11, nr. 1, juli 1993
- Dirk Kroon: Van Vrieslands ‘Spiegel’ en de poëzie. (2-6) [Over de betekenis van Van Vrieslands bloemlezing ‘Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen’.]
- Eddy van Vliet: Poëzie is een daad van bevestiging. (7-10) [Over Van Vliets bloemlezing ‘Poëzie is een daad van bevestiging. Noord- en Zuidnederlandse poëzie van 1945 tot heden’, de rel die daarover ontstond, en de verhouding tussen het Vlaamse en het Nederlandse poëziebedrijf.]
Jrg. 11, nr. 2, december 1993
- Elisabeth Cheixaou [pseudoniem van Bonny Louise Elise de Graaf-Boukema]: Radiobaken (1943). (30)
- Leo Herberghs: Lof van de snelheid. (31-32). [Proza, loftuiting op het gedicht.]
- Maarten Maurik: Wassenaar. (35)
- Eddy van Vliet: Icarus. (43)
- Richter Roegholt: Weeklacht om een niet ontvangen kalender. (43)
- E.W.A. Henssen: Nieuw licht op de uitgave van Lodeizens ‘Het innerlijk behang en andere gedichten’. (43-46) [Lodeizen, zie ook deel II in het volgende nummer.]
- Drs. P [eerste regel:] De reiziger ging liefst alleen op pad. (47)
- Pieter Singelenberg [eerste regel:] bij monde van. (47)
Jrg. 12, nr. 1, juli 1994
- F.L. Bastet: Lente – Zomer – Herfst – Winter (11).
- E.W.A. Henssen: Nieuw licht op de uitgave van Lodeizens ‘Het innerlijk behang en andere gedichten II’. (20-23) [Lodeizen]
- Jrg. 12, nr. 2, december 1994
- Rutger Kopland: Gesprek met de wandelaar. (38) Met vertaling door James Brockway: ‘Conversation with the wanderer’.
Jrg. 13, nr. 1, april 1995
- Hugo Claus: Dichter [eerste regel:] Herfst. Hoor. Geknetter. Hoor je dat zwaar geratel? (13)
Jrg. 13, nr. 2, november 1995
- C.P. Heering-Moorman: Voor een negentigjarige. (30-31) [Herinneringen aan Ida Gerhardt, met weergave van Gerhardts gedicht ‘Begrafenis M. Nijhoff’.]
- Johan van Delden: De dichter. (32)
- Mark Insingel: Aan de Nederlandse taal. (32)
Jrg. 14, nr. 1, juli 1996 [Geen bijdragen met/over oorspronkelijk Nederlandstalige poëzie van na 1880.]
Jrg. 14, nr. 2 / jrg. 15, nr. 1, mei 1997
- Friso Wiegersma: Alles (27)
- Paul Claes: Dankballade. (34) [Dankwoord in gedichtvorm bij de uitreiking van de Martinus Nijhoff Prijs.]
- Patty Scholten: Driebandanemoonvisje. (43)
Jrg. 15, nr. 2, december 1997
- Piet Gerbrandy: Nijdas wierp zich. (62)
- Rubriek ‘Vergeten leden’: Anne de Vries: ‘Een bescheiden, zangerige dichter’. Nagekomen levensbericht van G.W. Lovendaal (1847-1939). (62-65) [Met weergave van Lovendaals gedichten ‘Deerlijk’, ‘Onze poes’, ‘De muis’, ‘De kleine porder’ en ‘Ol dol dauwe’.]
Jrg. 16, nr. 1, mei 1998
- Elisabeth Eybers: Voleinding. (3)
- Antjie Krog: grond. (5)
- Robert Dorsman: Die hand vol vuur. Over poëzie in het Afrikaans. (5-8). Met weergave van de volgende vier gedichten:
- Adam Small: Doemani. (6) [Gedicht in het Kaaps.]
- Action Workshop: Die munisipale werkers praat. (7)
- Wilma Stockenström: Ecce homo. (7)
- Antjie Krog: visioen van 'n nasie (8), Gedig vir die kind (8).
- Tineke Steenmeijer-Wielenga: Bij de honderdste geboortedag van Fedde Schurer. (15-19)
Jrg. 16, nr. 2, december 1998
- Pierre H. Dubois: Bij de presentatie van ‘Afstand en verbintenis’. (31-32) [Toespraak bij de presentatie van Ena Jansen: ‘Afstand en verbintenis: Elisabeth Eybers in Amsterdam’.]
- Jan Kal: J.C., twee sonnetten: J.C. I: De verkondiger uit Galilea – J.C. II: Cruijff, Hendrik Johannes, fenomeen. (33)
- Clasine Heering-Moorman: Ida, later. (42) [Impressies van haar laatste bezoeken aan Ida Gerhardt.]
Jrg. 17, nr. 1, mei 1999
- Fabian R.W. Stolk: Perk van de Ourthe in de Delta. (11-12). [Over: Jacques Perk: Gedichten. Met een voorwoord van C. Vosmaer en een inleiding van W. Kloos. Bezorgd door Fabian R.W. Stolk. Amsterdam, Bert Bakker, 1999.]
- D.A. Tamminga: Acht kwatrinen. (13) [Friestalig]
- Stichting Poetry International. (14-16) [Beschrijving van het festival en de verdere activiteiten van de stichting.]
Jrg. 17, nr. 2, december 1999
- Willem Wilmink: Egidius. (27) [Bij het overlijden van Harry Bannink.]
- Maria van Daalen, Hoe het opent, en doorgaat te openen. (38-39)
Jrg. 18, nr. 1, juni 2000
- Anneke Brassinga: Heden (15), Gevallen vrouw (een burleske) (15).
- Ilja Leonard Pfeijffer: Overtocht. (27)
Jrg. 18, nr. 2, december 2000
- Annette Portegies: Maurice Gilliams, 1900-1982. Fragmenten uit het leven van een alchemist. (37-42)
- Anna Enquist: De vogel met de baard (56), Opus 126 (56).
Jrg. 19, nr. 1, mei 2001
- Marije Groos: De Maatschappij geeft vergeten schatten prijs. 575 sonnetten uit de tijd van '50. (2-8) [Over de sonnettenprijsvraag in 1950, uitgeschreven door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.]
- Gerrit Komrij: Verzegeld. (22)
Jrg. 19, nr. 2, december 2001
- Theun de Vries: Een gunst van het leven. (44-45) [Terugblik op zijn Friestalige en Nederlandstalige pubicaties, met weergave van zijn gedicht ‘Hie ik in beam west’, met vertaling ‘Als ik een boom was geweest’.]
- Ingmar Heytze: Poëtica (51), Wees aardig voor veelbelovende mensen (51).
Jrg. 20, nr. 1, juni 2002
- Jabik Veenbaas: De hoge muren van liefdes citadel. In memoriam Douwe Annes Tamminga (1909-2002). (14-17) [Met weergave van Tamminga’s gedicht ‘De sitadel’, met vertaling van het Fries naar het Nederlands.]
- Marjoleine de Vos: Mevrouw Despina viert koninginnedag (18), Geen ongeloof (18).
- August Hans den Boef: Het vergeten en Vaandrager. (21-22) [Toelichting op de hierna volgende, relatief onbekende gedichten van C.B. Vaandrager.]
- C.B. Vaandrager: ‘Koningin van de Maas’: 5 nieuwe inzichten op de Rotterdamsche Electrische Tram, 1 t/m 5. Voor Hans Sleutelaar. (21-23)
- Han van der Vegt: Experimenten, III en XII. (24)
Jrg. 20, nr. 2, december 2002
- Anneke Brassinga: Verdomhoek (44), Weg (44).
- Céline Beijer en Jan de Vet: Op weg naar de ‘einder’. Over ‘Verschiet’ van Anneke Brassinga. (45-50). [Uitvoerige bespreking van de twee gedichten hierboven van Brassinga uit haar bundel ‘Verschiet’.]
- Maarten Mourik: Een impromptu van J.C. Bloem. (51) [Anekdote, over een bezoek aan Bloem en aan Eggink in Kalenberg.]
- Kees Thomassen: Bij de dood van Boudewijn Büch (1948-2002). (56)
Jrg. 21, nr. 1, juli 2003
- August Hans den Boef: Dit is de tijd die tijd vermorzelt. Theun de Vries als dichter over de Man met de Zeis. (2-10) [Over de dood in de poëzie van De Vries.]
- Peter Altena: ‘Wat wordt het leven hier kunstig nagebootst!’ H.H. ter Balkt over Heinrich Heine, Holland en de trekschuit. (11-16)
Jrg. 21, nr. 2, december 2003
- Michel van der Pas: Engelbewaarder, 1 t/m 4. (49)
Jrg. 22, nr. 1, juli 2004
- Stefan van den Bossche: ‘Ik heb de pest aan het literatuurtje-spelen van sommige hol-klinkende vaten’. De flamboyante verschijning van Ary Delen (1883-1960). (2-9)
- Paul van Capelleveen: Luisteren in Toulouse (20), Begraven bij Carde (20).
- Joh. de Vries: Boekhouder, accountant en bellettrist. Lion Markus (1867-1926). (21-24)
Jrg. 22, nr. 2, december 2004
- Jabik Veenbaas: In memoriam Theun de Vries, 1907-2005. (30)
- Jos Buurlage: Bloem neemt afstand van Baudelaire. (38-41) [Bloems hommage aan Baudelaire onthult zijn eigen poëtisch programma.]
- Tsead Bruinja [eerste regel:] de man op 'e rêch yn de snie. (48)
Jrg. 23, nr. 1, september 2005
- Frank Ligtvoet: Paradise is plotless: Itinerarius, 1373 – Hereford Mappa Mundi, ca. 1300. (16)
- Stefan van den Bossche: ‘Dag in, dag uit met zulke grote schimmen te leven’. Maurice Roelants als kasteelheer van Gaasbeek (1954-1963). (17-23) [Met weergave van Roelants’ gedicht ‘ 'k Hoore tuitend' hoornen’, p. 23.]
Jrg. 23, nr. 2, december 2005
- Hagar Peeters: Het huis van de uitgewezene. (54)
Jrg. 24, 2006
- Marco Entrop: Het debuut van A. den Doolaard ‘Een knallend onweer van overladen woorden’. (8-11) [Over het dichtwerk van A. den Doolaard, met weergave van diens gedichten ‘De zoete geur van de liefde Gods’ (onder het pseudoniem Skallan Heinz) en ‘Los’]
- Victor Vroomkoning: Aan een graf, 1 t/m 7. (18)
- Pieter Boskma: Het Zingende Doek (slight reprise). (38)
Jrg. 25, 2007
- Albertina Soepboer: draad. (24)
Jrg. 26, 2008
- Lucas Hüsgen: Voldragen antwoorden. (20)
- T. van Deel, vier gedichten: Twee duiven – Weidse appel. Voor Anneke – Atelier van Godelief – [eerste regel:] Ziedaar de bijen, zij vliegen in. (47)
- Floor Kist: Dichter op zee. De carrière van een struisvogelei. (48-50) [Over het ontstaan van Kouwenaars gedicht ‘het struisvogelei van Columbus’, door een oor- en ooggetuige.] [Kouwenaar]
Jrg. 27, 2009
- Jos Buurlage: J.C. Bloem en de retoriek. (1-5)
- Peter van Zonneveld: Mendel. (52)
Jrg. 28, 2010
- Annette van Dijk: ‘O dom dryst hert, hwet bist rebelsk en wyld!’ .Over de Friese dichter Douwe Kalma en Hadewijch. (22-27)
- Douwe Kalma: Vijf Hadewijchgedichten. (28-29) [Met vertalingen van het Fries naar het Nederlands.]
- George Moormann: Het luide graf. (30) [Gedicht bij de onthulling van een nieuwe gevelsteen op het sterfhuis van Willem Bilderdijk op de Grote Markt in Haarlem, 18 december 2009.]
- Gerrit Komrij: Paniek. (56)
Jrg. 29, nr. 1, mei 2011
- Paul van Capelleveen: Gerrit Komrij in reeksen. (1-6) [Over gedichtenreeksen in het werk van Komrij.]
- Mieke Tillema: Rembrandt fecit. (18) [Gedicht bij de Titus-portretten van Rembrandt.]
Jrg. 29, nr. 2, december 2011
- Lieke Marsman: Ik had door het bos kunnen rennen. (59)
- Anton Korteweg: Aan de rand van Neeltje Jans. (60-61) [Hoe de Oosterscheldekering aan een gedicht kwam (en wat daarbij niet deugt).]
Jrg. 30, nr. 1, mei 2012
- Arnoud van Adrichem: Echt waar. (41) [Pdf aanwezig op PcN.]
Jrg. 30, nr. 2, december 2012
- Annette van Dijk: ‘o Bloeiend wonder van de bronzen perelaren...’ Over de poëzie van Jozef van Mierlo. (1-6)
- Niels Landstra: Winteravond. (28)
- Peter van Zonneveld: Van Witte Donderdag tot Allerzielen. Herinneringen aan Gerrit Komrij (1944-2012). (35-37) [Zie ook de correctie in jrg. 31, nr. 1, p. 52, een aanvulling van een weggevallen passage.]
Jrg. 31, nr. 1, mei 2013
- Anna Enquist: Mannen, vrouwen. (16)
- Ena Jansen: ‘Die winter wat sal duur...’ Het weerwoord van Elisabeth Eybers (1915-2007). (35-38). [Portret van leven en werk van Eybers.]
Jrg. 31, nr. 2, december 2013
- Kira Wuck: Het geeft niet als er iemand vertrekt. (66)
Jrg. 32, nr. 1, mei 2014
- Emma Crébolder: De Veste. (19)
- A. Agnes Sneller: Henri Bruning en de taal van nationaalsocialisme. (17-34) Hierin Brunings gedichten: Ochtend (29), De witte meeuw (31).
- Jane Leusink: Wijd. (42)
Jrg. 32, nr. 2, december 2014
- Jos Versteegen: Reizen. (70)
- Maaike Meijer: Seks en dood bij F. Harmsen van Beek (1927-2009). (88-93) [Met weergave van het gedicht ‘(Dit is de stem van mijn worgenengel)’ van Ten Harmsen van der Beek, p. 88-89.]
- Elsbeth Etty: Willem Wilmink (1936-2003) Had moeder een clitoris vader? (100-103) [Over Wilminks liefdesleven en de weerspiegeling daarvan in zijn dichtwerk.]
Jrg. 33, nr. 1, mei 2015
- Esselien ’t Hart: Vijgenoogst. (26)
Jrg. 33, nr. 2, december 2015
- Ditmar Bakker: Het sonnet. (72)
Laatst bijgewerkt: 23 oktober 2021
Nieuw Podium
tijdschrift
1 (1997) | 1 |
Nieuw Tijdschrift
tijdschrift
4 (1968) | 1,2,3 |
Nieuw Vlaams tijdschrift
tijdschrift
10 (1956) | 1 tot en met 12 |
22 (1969) | 1 tot en met 10 |
23 (1970) | 1 tot en met 9 |
24 (1971) | 4 |
25 (1972) | 1 tot en met 10 |
26 (1973) | 1 tot en met 10 |
27 (1974) | 1 tot en met 10 |
28 (1975) | 1,2 |
30 (1977) | 6 |
31 (1978) | 1 tot en met 10 |
32 (1979) | 1 tot en met 10 |
33 (1980) | 1 tot en met 6 |
34 (1981) | 1 tot en met 6 |
35 (1982) | 1 tot en met 6 |
36 (1983) | 1 tot en met 6 |
Nieuw Wereldtijdschrift
tijdschrift
1 (1984) | 1 tot en met 6 |
2 (1986) | 1 tot en met 6 |
4 (1987) | 1 tot en met 6 |
5 (1988) | 1 tot en met 6 |
6 (1989) | 1 tot en met 6 |
7 (1990) | 1 tot en met 6 |
8 (1991) | 1 tot en met 6 |
9 (1992) | 1 tot en met 6 |
10 (1993) | 1 tot en met 6 |
11 (1994) | 1 tot en met 6 |
12 (1995) | 1 tot en met 6 |
13 (1996) | 1 tot en met 6 |
14 (1997) | 1 tot en met 6 |
15 (1998) | 1 tot en met 6 |
16 (1999) | 1 tot en met 10 |
17 (2000) | 1,2,3,4,8,10 |
Nieuwe Stemmen
tijdschrift
2 (1945) | 1 |
3 (1947) | 5/6,7 |
4 (1948) | 5,6/7 |
5 (1948) | 1,11/12 |
6 (1949) | 1,4,5,8 |
7 (1950) | 4,8,10 |
8 (1951) | 2,3,4,6-9 |
9 (1952/53) | 1/2,4-6,8/9,10 |
12 (1955/56) | 1 |
14 (1957/58) | 6,7/8 |
15 (1958/59 | 1/2,3 |
24 (1967/68) | 1,2,4-7 |
25 (1968/69) | 1,5 |
26 (1969/70) | 1 tot en met 8 |
27 (1970/71) | 1-3,5 |
Nieuwe Taalgids, De
tijdschrift
35-38 | 1 tot en met 6 |
42-47 | 1 tot en met 6 |
54-77 | 1 tot en met 6 |
81 (1988) | 1 tot en met 6 |
82 (1989) | 1 tot en met 6 |
84 (1991) | 6 |
85 (1992) | 1,3 |
Nioba
tijdschrift
4 | 27 |
Noodrem
tijdschrift
4 (1978) | 1,2,4 |
5 (1979) | 1,3,4 |
6 (1980) | 1,2 |

Noterem
tijdschrift
nY (voortzetting van Yang en freespace Nieuwzuid)
tijdschrift
1 (2009) | 1 tot en met 4 |
2 (2010) | 5,6 |
Nymph
tijdschrift
12 (2001) | 4 |
13 (2002) | 1,2,3,4 |
14 (2003) | 1,2,3,4 |
Nynade
tijdschrift
1 (2007) | 1 |