Workshop Erik Lindner lezen
4 mei 2019
Berlin, Berlin
De figuren in de ruit waar ik langsloop
bestaan niet uit reflecties
de ruit doorschijnt geen tafereel
de weerspiegeling is weg
het glas heeft alles in zich opgenomen
van jaren her, lichtval, schaduw en erosie
sap dat moeiteloos oplost in melk
sneeuw in de voegen van de treden
en in de hoeken van kozijnen
lichtplekken vertonen sporen van vuur
barsten verbergen de oppervlakte
aders vertakken de donkere vlekken
laag voor laag valt ieder voorval
in de verweerde glazen structuur
het venster dat dicht is van wat het weet
verbleekt door wat het gezien heeft
en de sponningen van het raam
knijpen in de randen van het glas
een kier die wat binnen is openzet
voor wie buiten passeert.
Erik Lindner, uit: Zog (2018)
Erik Lindner (’s-Gravenhage, 1968) publiceerde zes dichtbundels, waarvan Zog (Van Oorschot, 2018) de meest recente is. Zog bestaat uit een lyrisch verslag van de getijden. Minutieus wordt de zee bij Oostende aanschouwd, duizelingwekkend en onheilspellend een verlaten fabriek in Luik verkend. Waar denk je aan als je over straat loopt? Waarom moet je water kunnen zien om erop te kunnen reflecteren? Wat is de melodie die je telkens zingt waarvan je het lied niet meer herkent? In melodisch geritmeerde gedichten staat Lindner stil bij een man die verdrinkt in een ondiepe vijver, een stad nagebootst in glasconstructies, bij het telkens veranderende strand.
Erik begon op jonge leeftijd voor te dragen, op zijn 16e, in 1984. In 1996 debuteerde hij met de dichtbundel Tramontane. In 2012 verbleef hij een jaar in Berlijn op uitnodiging van het Berliner Künstlerprogramm van de Deutsche Akademischen Austausch Dienst. In 2013 verscheen in Duitse vertaling van Rosemarie Still de bundel Nach Akedia, die door de Deutsche Akademie für Sprache und Dichttung werd uitverkoren tot aanbeveling. Behalve in het Duits werd Lindner vertaald in het Frans en het Italiaans. Lindner is oprichter en redacteur van het tijdschrift Terras voor internationale literatuur, essayist en criticus.
In 2013 verscheen zijn eerste roman Naar Whitebridge. Acedia (De Bezige Bij, 2014) bestaat uit een keuze uit de eerste vier bundels aangevuld met nieuwe gedichten. In de poëzie van Erik Lindner speelt het beeld een centrale rol.
Volgens Nico Bleutge in de Süddeutsche Zeittung “slaagt hij er niet alleen in onze patronen van taal en waarneming te doen kantelen, het lukt hem ook de zintuigen aan te scherpen voor wat mogelijk is. De gedichten komen over als evenwichtsoefeningen, als draadconstructies. Met groot vakmanschap vijlt Lindner aan zijn taalelementen en zet ze onder spanning.” In NRC Handelsblad schreef Hélène Gelèns “Zijn beelden zijn glashelder en tegelijk raadselachtig. Lindners poëzie blijft bij iedere lezing nieuw.”