In de vitrines: C.O. Jellema
C.O. (Cor) Jellema (Groningen, 9 september 1936 – Leens, 19 maart 2003)
Voor de maand oktober zijn de vitrines van het Poëziecentrum Nederland ingericht met werk van dichter Cor Jellema. Dit naar aanleiding van de lezing die op 7 oktober in het Poëziecentrum gehouden wordt door de biograaf van Jellema, Gerben Wynia (1958), neerlandicus en beheerder van de nalatenschap van Jellema.
C.O. Jellema publiceerde in 1961 de bundel Klein Gloria en andere gedichten, waarna nog ruim dertien bundels zouden volgen. In 2005 verscheen zijn Verzameld werk in twee delen.
Jellema studeerde theologie in Amsterdam en Duits in Utrecht. Daarna werd hij leraar Duits aan middelbare scholen in Harderwijk en Baarn en wetenschappelijk medewerker Duitse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In zijn vroege gedichten zocht Jellema naar een relatie tussen de ‘verteller’ in het gedicht en de wereld buiten deze ‘verteller’. Later speelt ‘de tijd’ een belangrijke rol in zijn werk. In enkele bundels probeert hij een synthese tussen ‘voelen’ en ‘denken’, tussen emotie en ratio te bewerkstelligen. De gedichten van C.O. Jellema worden gekenmerkt door een strakke vorm, geregeld maakt hij gebruik van de sonnetvorm.
Vanaf 1989 tot aan zijn dood woonde C.O. Jellema in het monumentale landhuis Oosterhouw in Leens, samen met de Leenster tuinarchitect Klaas Noordhuis, met wie hij een maand voor zijn dood trouwde.
Buiten het Poëziecentrum wordt op vijf panelen zijn leven in vogelvlucht weergegeven.