Poëziewandeling Nijmegen
15 februari 2025
Nijmegen barst bijna uit haar voegen van de poëzie. Op zaterdag 15 februari neemt gids Marijke Hanegraaf je vanaf 11.00 uur mee. (Foto: De Kromme Waal door Jacob Olie in 1896)
Van wie kun je tijdens een poëziewandeling meer van poëzie leren dan een dichteres die sinds 2001 al vijf bundels heeft uitgebracht? Marijke Hanegraaf is bovendien een poëziewandelaar van het eerste uur: “In 2016 hadden we bij het PcN alleen de activiteit Ontmoet de Dichter”, vertelt de altijd vriendelijke en behulpzame Marijke. “Ter inspiratie zijn we toen met alle vrijwilligers van dat moment naar het Poëziecentrum in Gent geweest. Daarmee zijn wij in Nijmegen aan de slag gegaan.” Er zijn wat gidsen gekomen en gegaan. Zoals Jan van Avezaath. “Jan is geen vrijwilliger meer maar maakt nog altijd het grafisch ontwerp van de poëziebundel.” Voor elke deelnemer aan de poëziewandeling zit zo’n bundel in de prijs inbegrepen.
Waarom is Marijke zelf eigenlijk dichter geworden? Ze heeft immers als analiste gewerkt en is zelfs aan volwassenenproza en kinderverhalen voor het jeugdtijdschrift Taptoe begonnen. “Uiteindelijk ben ik echt verslingerd geraakt aan poëzie en ben ik helemaal met proza gestopt.” Gedichten zijn vaak korter, maar zijn ze ook gemakkelijker dan proza? “Het is zeker niet makkelijker”, vindt Marijke, omdat elk woord raak moet zijn.
Iemand die langsging heeft je gezien
We lopen van de vijftiende-eeuwse Sint-Jacobskapel, vlakbij de bijzonder vrolijke vogelhuisjesmuur naar de belendende rosse buurt die slechts op een steenworp afstand ligt. Daarbij past het rauw-realistische gedicht Kromme Waal van de dichteres Andreas Burnier. Burnier was een pseudoniem van Catharina Irma Dessaur, die vaak over de vrouwenliefde schreef en net als Gerard Reve halverwege de vorige eeuw een voorvechter was voor homorechten. De laatste zinnen van Kromme Waal, die eigenlijk een hoerenbuurt in Amsterdam is, komen dreigend binnen: ‘Begrijp er maar niets van, lach nu nog even / met ogen vol as en bittere lippen. Iemand die langsging heeft je gezien’. Maar deze laatste zin kun je ook heel anders opvatten: dat er warmte uit spreekt. Iemand heeft je als mens gezien, in plaats van als ‘een stuk vlees’.
Kromme Waal
In de avonddeur bruine schemering
glimlacht de prostituee: ting, ting, ting,
als een voorbarig mechanisch klokje,
speeldoos die zijn vale liedje zingt,
want een kind liet het vallen.
Drakenprinses met je dikke, verlepte: ting, ting,
geniet nu van het koffiekleurig licht,
laat je strelen door vingers van schemering
op je krijtwitte wangenrotsen.
Straks komen morsige mannen hun ding
vertonen en even warm leeglopen: ting.
Bomen ruisen, het water stinkt, schepen
verzinken tussen traag rottend weggegooid
vuil. Een knaap die het vechten jong leerde
snuit in het voorbijgaan zijn neus.
Een eenzame vrouw laat een bijtende hond uit.
Begrijp er maar niets van, lach nu nog even
met ogen vol as en bittere lippen.
Iemand die langsging heeft je gezien.
Andreas Burnier
De maandelijkse poëziewandeling wordt beurtelings verzorgd door Meja Spaargaren, Marijke Hanegraaf, Jan Verhoeven en Willeke Roerdinkholder. Elk van hen is op zijn/haar eigen manier verbonden met poëzie en de historische stad Nijmegen.
Aanmelden kan via [email protected].
Ook is het mogelijk om onder begeleiding van een van de gidsen met een eigen groep de poëziewandeling te lopen. Hiervoor kun je contact opnemen met Jan Verhoeven, coördinator van de gidsen, via [email protected].
meer informatie